Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1534] Kroniek der poëzie * Waarin een schepping wordt verklaard Van Pieter Mónti; ook gezegd: Montí; Uit Wierde; no. 7; 15 maart. - Dit was een voordracht in de Kunstenaars-Gemeenschap, Maar 't moet volledig worden opgenomen, Omdat, zelfs als ik iemand op de teen trap, Legendevorming dient voorkomen. --- Er was eens een zeer groene Wierde Waarop men oreerde en plezierde. Die Wierde had ook een Spuigat Voor elk die een boze bui had. Er was eens een zeer groene Wierde Waarop men graag raasde en tierde. (Soms maken talrijke glaasjes Grote snoevers van kleine dwaasjes.) Pieter Monti was niet goed monter, Maakte 't maandelijks bonter en bonter; Nu verscheurden hem ‘ondierkaken’, Maar zijn hart is, godlof, ‘niet te raken.’ 't Gaat op reis nu, ‘voor nieuwe zwerftocht.’ Ik weet, waar die schilder zijn verf kocht: Bij de firma Diels, erven Marsman. Wie 't niet mooi vindt, snapt er geen snars van. [p. 1535] In dit vers, dat een Wierde sierde, Verhaalt Monti, de zeer gevierde, Suggestief, hoe de laatste lucht Met geborrel zijn lijf ontvlucht. Maar de lucht is het enige niet Dat de mens met geborrel ontschiet; Dat merkt elk die de bladzij omslaat En geniet, hoe hij 't rechte krom praat. Om die kunst-van-de-slechtste soort Sta ik hem daar ter plaatse te woord; Hier beklaag ik Ank van der Moer, Want voor haar is 't een heksentoer Wat aan mij maar één handomdraai kost: Van zo'n volger te worden verlost. Naschrift Pieter Monti: 'k Ben er kapot van. Vorige Volgende