Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1395] Naar de duisternis * Ongelooflijk wilde dromen Uit een dwaze wellustnacht Kunnen in vervulling komen Als men 't allerminst verwacht. Ik zal enkel hem behoren Die ik altijd heb veracht; Zijn genot zal niemand storen: Ik ben eindlijk in zijn macht; Want mijn redder is verloren, Snelt mij nimmermeer te hulp, Noch zal ooit zijn blik weer boren Door de vensters dezer stulp, Want zijn vuisten gaan verstarren In de laatste stervensnood, En zijn ogen, zij ontwarren Reeds de raadsels van de dood. Waar de stroom ter aarde dondert Staat een enkle kale rots In vertwijfling afgezonderd Tussen 't onverpoosd geklots, Als een drenkling opgedoken Die zijn open graf aanschouwt Waar de stroom komt losgebroken Uit het ondoordringbaar woud. Hier heeft hij de poort gevonden Die de dood van 't leven scheidt, Ligt hij slap met open wonden, Starend naar d'oneindigheid, Met een vlijmscherp mes geschonden, Onherkenbaar onder 't bloed, [p. 1396] Door geen teed're hand verbonden, Onbereikbaar in de vloed; - Naar dat land van schrik gezonden Dat ons allen stellig beidt - Spoedig zal ook ik doorgronden Waar dit pad ons henenleidt. Vorige Volgende