Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1158] [Zwevende zwermen schaamtloze gekken] * Zwevende zwermen schaamtloze gekken Ver, van zover zich braamzanden strekken Fladderen tot hun verzamelplekken: Zware geboomten, lover-schaars. Mokers, op vuurspuwend aambeeld, wekken Boeven, lang schuil in schaamle verstekken. Heksen en duivels en tovenaars Beproeven uit Satans naam gesprekken, Gillen, miauwen, stamelen, mekken, Klappren met lange geraamte-bekken, Zwaaien en schudden dan rinkelbommen Boven 't gehamer, boven 't gebel. Heksen en duivels en tovenaars Drillen de dans van krijtende drommen, Dwergen herhalen 't bevel der hel, Prijzen de priesters die 't kwaad flink vermommen: ‘Eeuwige jammer. Eindloos gekwel. Schurken regeren. Verwijten verstommen. Onschuldigen mogen in 't stinkend hol grommen. Dulders en bulderaars. Hinkenden, krommen. Omstortingen. Splijtende walmkolommen. Daavrende losbarsting. Zo gaat het wél. Gevulde buidels. Klinkende sommen. Elders de honger. Getob en gekwel. Heksen en duivels en tovenaars, Nooit moegesmulde: zegen dit spel. Hulde aan de wereldveroveraars.’ Vorige Volgende