Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [Ik wendde mij waar mijn baan] * Ik wendde mij waar mijn baan verzandde langs oliekuipen. Weer sprak mij de jonkman aan. Smart vouwde om zijn mond een groef. ‘Kijk niet hoe mijn tranen druipen. Wel hebt u als man verstaan hoe hard ik een vrouw behoef. Ach, of ik zo'n vrouw toch vond: vrouw die mij doorzag, verstond, verloste van loeren, gluipen, de straten rond, als een boef!’ Hij wankelde weg, verwond, wil dra zijn droefheid verzuipen, zal weer, zo die roes verzwond, zich opsluiten, wringen, stuipen over de grond; kreunen, kruipen als een mishandelde hond. Vorige Volgende