Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1038] [Heldre morgen. Haast nog koel.] * Heldre morgen. Haast nog koel. Naast een bouwval steengebrokkel. Een verminkte, op schaamle stoel, grijze beedlaar, blauw gebrild, huilt en trilt bij snaargetokkel. Ras begint weer stadsgejoel komt verkeer vervaarlijk wassen, belgelui, geknars van remming waar hij blind en hees door gilt: moordromancen, wier beklemming troeble nacht of storm zou passen. Ginds, als fee der vieringsdagen, danst een meisje in straffe wering tegen dreun van slangbezwering. Dan in zweving, wending, kering. Harde paukslag. Lichte vering. Door gespannen stilstand jagen haast onzichtbaar siddervlagen. Vorige Volgende