Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1039] [Koper schudt in koopren bussen.] * Koper schudt in koopren bussen. Schielijk vormt zich dicht gedrang. Twee gezusters, diep daartussen. Veel bewondring. Jonge schonen, zedig; niets van opschik aan haar. Driest gedaver. Dan hun zang, klaaglijk. Oosters-teedre tonen, vreemd-gedempt, maar klaar verstaanbaar, brekend soms, bij brusk geschal, busgerammel. Zij bezingen tijden die vol schrik vergingen toen 't Groen Spook daarginds dorst wonen, hoog, in 't eng Segura-dal: ...Zodra weer na schemerstond weelde van sterrenlicht blonk, zwierf haar vage vorm stil rond bij de ingang der Doodspelonk: Jonkvrouw, door liefdesbedrog voor driehonderd jaar gestorven, vermoordde ze uit wraakzucht nog knaap of man, derwaarts gezworven. Geloof, deugd en rede ontzonk wie daar, droef maar schoon, haar vond waar zij 't zwalpend woest gekronk der zwarte lokken ontbond. Blank nog haar schouders; haar mond wellustig ten kus; de krocht vol feestglans: één bloemtuin, bont en geurig... ‘Rust van uw tocht! [p. 1040] Hoe dankbaar dat God u zond! Gij zijt wie ik immer zocht!’... Zo vleide ze, en streelde, en drong tot volgen, diep in de grot, veel dwaalgangen door; zij zong zacht neurend van 't heetst genot, verloor zich spoorloos, verzwond in tastbaar duister; daar glom geen vonk meer; op stenen grond kwam haar gast ellendig om. De kloekste boer van 't klein dorp trof ook dit verfoeilijk lot. Vergeefs elke slingerworp, elk schot naar de vrouw dier grot. Geen kerklijk gezegend vocht, knielende bedevaartsdrom wierook noch banspreuk vermocht iets tegen 't spook, als beklom Satan de troon. Boze spot en hoon aan 't hoog heiligdom. Schimp voor de dienaars van God. Duivels gelach, hels gegrom. Afschuw en vrees groeide alom... Ik wacht. Maar geen stichtlijk slot aan die Segura-legende. Zoek ik rust en stil genoegen na de eigene nachtellende. Niets ergers dan hier die kroegen en kramen. Hun jazz kraakt, ‘hot’ [p. 1041] of ‘sweet’, altijd even rot. Hun ‘band’ is de welbekende treitrig uitjouwende bende. Gringos! Nuchterheidskomplot! Neen: bij hun wanstaltig zwoegen, bij hun ijskoud overkoken zou nooit één gitaan zich voegen noch zal 't met mijn smaak ooit stroken. Men smaadt romantische spoken, slaat veel eerwaardigs kapot. Veel heiligs wordt afgebroken. Ontroering moet neergeschroefd. Helaas dat, hoezeer men snoeft, Men zulk zot gebulk behoeft. Vorige Volgende