Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1037] [Opgeschrikt na dolle dromen.] * Opgeschrikt na dolle dromen. Wat is dat gedaver buiten? Hoor ik volk daar woedend muiten? Donders rollen? Regen stromen? Steeds nog 't onverstomd festijn! Slapen? 't Lichaam bonst en huivert. Koorts, door olie, slecht gezuiverd, zieden van de ontwende wijn. Hoop dat ik weer snel genees. Meestal is dit kort en hevig. 't Maal was veel te zwaar en stevig. 't Kwam ook veel te laat. Ik vrees 'k had mij beter moeten remmen toen ik eindloos om bleef hangen tussen ándre ratelslangen die ik niet kon overstemmen. Stiller wordt allengs de nacht. Nu de krampen gaan bedaren meen ik weer de zaal te ontwaren... Ja: daar wordt nog steeds gewacht... Onbeweeglijk als pilaren staan de diensters diep te staren. Dom geduld. Geen wenk, geen klacht. Zie, die spreuk zal 't mij verklaren: Waardig elke taak betracht! Langzaam, laat of nooit volbracht! Vorige Volgende