Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 813] [Profetes met het gluiprig en bars gelaat -] * Profetes met het gluiprig en bars gelaat - Uw gitaar de vertrouwde van al uw haat - Gij behekst uzelf, gij behekst uw klein kind Tot het rilt als een stilstaande wervelwind. Uit uw hese zang, uw gegilde klacht, Hijgt het oproer der Eeuwige Hartstochtsnacht; Haar Geheim dreigt uit uw ogen; uw grijpende handen Dansen driest op de Storm waar de sterren door branden. - ‘Liefde, sterk als de dood. IJver, hard als het graf! Liefde: vurige kolen. Een vlam des Heren!’ - Zwarte wikster, gij zwijgt. En 't verkrampt begeren Breekt met een slag over 't snaartuig af. Doch 't herrijst, even heet, even star en straf: ‘Ze zeggen: “Het vuur wordt as, En ook de drift moet bedaren.” En ik zeg: “Waarvoor dient as Dan om het vuur te bewaren?” Ze houden me als wijsheid voor: “Jij moet het vergeten leren.” En ik zeg, zovaak ik 't hoor: “Als mij de wormen verteren.”’ Vorige Volgende