Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 748] [‘Nu ik van jouw trouweloosheid weet] * ‘Nu ik van jouw trouweloosheid weet Koester en zoen ik je dubbel heet: Mag ik je dubbel hevig omknellen, Mag ik je martelen, pijnigen, kwellen, Mag je doen huilen, mag je verschoppen, Mag je verruilen voor andere poppen Tot je 't bedrog eindlijk verleert: Ziek van berouw kwijnt en verteert. Wee als ik dan weer verraad bespeur!’ ‘Wat meen je? Dat ik een ruiker pluk Die ik in triomf naar de sterren beur? Wat meen je? Dat ik niet willig buk, Ook zonder beschuldiging, voor jouw nuk? Geloof je dat ik jammer en treur Zolang ik je door mijn pracht verruk, Waar jij wegzwijmt, bedwelmd, verhit van mijn geur, En 't genot niet mist, na verkwist geluk?’ Vorige Volgende