Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 684] [Uitgewoed was de krijg. - Bloed en tranenstromen.] * Uitgewoed was de krijg. - Bloed en tranenstromen. Toen de nederlaag. Elk gezin moest rouwen. 't Verweesd prinsje, uit het brandend paleis ontkomen, Is door de overwinnaars meegenomen. Aan hun hof, bij prinsessen, bij statievrouwen Keek hij rond met verwondring en weinig vertrouwen. Feestmuziek druiste alom; hij begreep het niet, Zong gehoorzaam, half schreiend, het zegelied. De vorstin werd zijn stiefmoeder. Volgens haar eis Kreeg hij 's morgens langdurige strenge lessen. 's Middags rustte hij. 's Avonds kwamen prinsessen Met hun poppen. - Nu speelden ze samen ‘Paleis’. Een prinses nam een lap, uit haar kleedje afgescheurd. ‘Prinsje, neem deze lap. 't Is de witte vlag. Zeg: Ik wil heel graag mee. Wij verloren de slag.’ ‘Nee,’ riep 't prinsje: ‘Nee, zo is 't niet gebeurd.’ Hij hield het ijl doekje in 't vuur van de haard. Plof: de vlam sloeg er uit, en 't viel op de grond. Een woest brullende flakkering dwarrelde in 't rond. Angstgehuil, hard gejammer, gerinkel van glas. Vergeefs kletterde 't water... Eén kokende plas Vulde een rokende massa: roet, steengruis en as. Tegen zonsopgang was alles bedaard. Onder 't instortend puin bleef niemand gespaard. Vorige Volgende