Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 627] III * De klok sloeg twaalf hoog boven 't plein Waar de toren sproeide als een fontein. De klok sloeg twaalf, ook in de kroeg Waar de regen tegen de ruiten joeg. ‘Kom binnen, hier is nog plaats genoeg.’ De klok sloeg één en de klok sloeg twee. ‘Wie zit hier alleen? Ga liever mee. Mijn kamer is goed, en ik ben gedwee.’ De klok sloeg drie, de klok sloeg vier. ‘Dezelfde man zit nog altijd hier.’ De klok sloeg vijf en de klok sloeg zes. Daar zat een man met een bloedig mes. De klok sloeg zeven, de klok sloeg acht. En wie hem vonden, hebben gedacht, Een ogenblik, dat hij te slapen lag. De klok sloeg negen, maar 't werd geen dag. Vorige Volgende