Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 603] Schoon als een gloor... * Schoon als een gloor van roerloze avondstonden Vol zinsbedwelming, weelde en dromerij, Roos, door geen dorre droogte of storm geschonden, Aanbidlijk schoon, in bloeiend zomertij, Zo slaapt een vrouwe op kostbaar bed, gekweld Van onrust, wijl in deining, zwoel en zwaar, De blankheid van haar blote boezem zwelt. In losse kronkels golft het gitzwart haar Terzij de rijke peluw, 't Lief gelaat, Heetsmachtend, afgewend en heengezonken, Doorsluipt een rilling die de ziel verraadt. Gedempte schijnsels, van een waaklamp, vonken Langs 't achtloos neergeworpen feestgewaad, In siersels, die verstrooid en ordloos pronken. Naar Espronceda Vorige Volgende