Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 587] Lied * In dromen zag ik mijn graf, Ik stond op de rand, en riep Ontzet: ‘Hoe zwart en hoe diep!’ En deinsde in verwarring af. Toen omlaag, in mijns harten kloof, Zag ik neer tot op de grond, Waar geen schemer van hoop meer bestond, Noch van liefde, noch van geloof. Als daar niets is dan 't ledig zwart, En hier niets dan verdofte pijn, Welke kuil zou de diepste zijn: Mijn graf of mijn hart? Naar Campoamor Vorige Volgende