Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 579] De bruid van de pauw * 't Was in Fez of in Ekbatána, 't Was een gaarde in een wonderland, In een stad vol geluksnirwana, 't Was in Bágdad of Sámarkand. Die tuin werd mij 't heiligdom Waar de bruid van de pauw verscheen... Ik zweeg, van verrukking stom, De kristallen bron sprak alleen. De bron zuchtte, onder tokkelingen Begeleid, van zijn stage goudstroom; Terug, langs de vage woudzoom, Voer een zilverig, klaaglijk zingen. Ontbloot was de godlijke vrouw, Salomonisch, in oosterse praal; Een juweel uit een toververhaal Scheen de bruid van de koningspauw. Heur leden eedle gedichten Waar onschatbare siersels uit lichtten; Geen lied kan de blankheid beelden Die rondde in haar gloeiende weelden: Een wellust, een heilige brand Die naar noot en amandel geurde; - 't Was in Bágdad of Sámarkand, Het was eens, in een wonderland - Ik weet niet waar het gebeurde. [p. 580] Langs terrassen en trotse bomen, Wijl pauwen traaglijk bewogen, Verkwistte, in de rijkste aromen, Heel 't Oosten zijn zoete logen. De aanbidlijke schone, ontbloot, Stond in dwingend, fataal gebaar. De lucht rustte onder 't avondrood, Nog door nardus en rozen zwaar. Tussen waaiers vol kleurenbogen, Bij gemurmel en ruisende dauw, Was ontsluierd voor mijn ogen De bruid van de koningspauw. Naar Darío Vorige Volgende