Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 556] De zang der beminde * Uw ziel, bevrijd uit 's aardrijks kerkerwanden, Omruist mij met haar wiekslag, als de vree Der heemlen; 't leven dezer sneeuwen handen Deelt magisch aan 't geril der snaar zich mee. 't Bloed in mijn lichaam zwijgt en luistert, Mijn adem hijgt, mijn brein verwart, Een drom van schimmen overduistert Mijn ogen, door hun tranenvloed; Een vlam gelijk, zo beeft mijn hart. Als morgendauw bij vroege warmtegloed Vervluchtigt in verrukking mijn gemoed. Ik heb geen leven meer, maar u alleen Constancia; uw lied zweeft, alles treffend Gelijk 't wijd luchtruim om de wereld heen. Een storm is thans uw stem, zo steil mij heffend Of, in bezwijming opgenomen, Ik boven rots en golven vaar: Een morgenwolk door zonnestromen - Dan tropische adem, over palmen Waar waatren sluimren, sterrenklaar, Wijl, hoog uit rijke bloesems, wierook-walmen Wellustig, in haar woeste vlucht, mijn ziel doen talmen. Naar Shelley Vorige Volgende