Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 534] De koning in Thule * Daar woonde een koning in Thule, Zijn minnares lag in 't graf; Nog had hij een gouden roemer, Een roemer die zij hem gaf. Die was hem lief boven alles, Hij hief hem op elk festijn; Dan dronk hij, en zijn tranen Verbitterden de wijn. Hij telde vóór zijn sterven De steden van zijn gebied, Gunde alles aan zijn erven, Alleen die beker niet. Hij zat aan 't koningsmaal, Zijn edele ridders mee, In zijner vaderen zaal Hoog op 't kasteel aan zee. Daar dronk hij zich de roes Van laatste levensgloed. En wierp de heilige kroes Neer in de woeste vloed. Hij zag hem dra verdoken, In diepe zee verzonken; Zijn ogen heeft hij geloken, Geen druppel meer gedronken. Naar Goethe Vorige Volgende