Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 533] Mignon * Kent gij het land waar de limoenen bloeien, In donker loof de goudoranjes gloeien, Die heemlen, warm en blauw, die heldre maan, Waar mirten stil, en hoog de lauwren staan? Kent gij dat land, hier ver vandaan? Daarheen wou ik met u, mijn liefste, gaan. Kent gij dat huis? Een dak dat rust op zuilen, Waar zalen rijk, en diepe kaamren schuilen; Hoe staren mij die marmeren beelden aan: - ‘Wat was dit arm onschuldig kind misdaan?’ - Kent gij dat huis? Daarheen, daarheen O mijn beschermer, ja: met u alleen. Kent gij die berg, de wolken uitgestegen? Het muildier zoekt er in de mist zijn wegen, In holen woont het oude draakgebroed; De rots ploft neer, en over hem de vloed. Daarheen, daarheen, hier ver vandaan Trekt ons het hart... o vader laat ons gaan. Naar Goethe Vorige Volgende