Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 472] Vereenzaamd * Hoe die wanstaltige knoesten Fonteinen van kleuren sproeien! Wie zou hun weelde verfoeien? Ook 't giftigste kruid wil bloeien. Eer liefde zich uit liet roeien Moest God het heelal verwoesten. Vergeef mij, als ik ga wensen Dat Hij mij de dood mag zenden Of dat ik 't gemis mag dragen In diepste stilte verloren Als een onwerklijke droom. Zolang ik toef onder mensen Komt geen einde aan deze ellenden, En wie zelf 't kwaad heeft verkoren Hoeft zich bij niemand beklagen. Zij, die mij de zinnen roofden Om heel mijn zijn te misvormen, Hun onschuld, hun kinderschroom Brandt mij als een lastervloek. Vergeefs of door najaarstormen Mijns levens, hun wegen kruisend, Ik op die lieflijke hoofden Een kus druk van wreed verlangen, Want, hoe ik hun teerheid zoek, [p. 473] Niet één zal ik, overbruisend Van heilige lust, omprangen, Niet één als minnaar ontvangen Of plaats in mijn woning ruimen - Niet één die mijn sombre luimen Als een slavin kan behoren. Vorige Volgende