Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 474] De bedrogene * De zesde trein dreunt binnen in de kap. Als lacht zijn stem. Als dwarrelt reeds die stap Onduidelijk, door die geluidenstroom. De stoom springt boven afgrondsnachten stoom. Neen, voorgevoel. Opnieuw vergeefs gewacht. Vergeefs. De zesde die hem nog niet bracht. Voor 't laatst, voor 't laatst. Zelfs dit ging dus voorbij. Voor 't laatst. Ik sta verlamd. Verlamd van schrik. Alleen 't verwijt, maar woordloos, blijft mij vrij; De trots, hem eenmaal door een enkle blik Te zeggen: ‘Dit ben ik, en dat zijt gij.’ Vorige Volgende