Verzamelde gedichten

[p. 387]

VI Perzische arabesken
(Beiden in de slaap ontstaan)

*

De Schrift kweekt, met papieren wetgeboden,
Papieren Christenen, papieren Joden.
Slechts enklen, door de letter heengedrongen,
Studeren op de geest, om die te doden.
*

't Paard staroogt, want het ligt in 't ruim gesmeten,
En ook een paard wil einde en oorsprong weten:
Van waar het water buldrend uitgebraakt wordt,
Tot waar het opstuift, voor de boeg gespleten.