Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 19] 1e Lofzang * Geheiligd land, o, Zonnedal! Des Hemels wond're waterval Omschitter dansen, waar gij 't schoon Van steden viert - de Vreugdetroon Bestraal haar daken - weidser woon Schept reiner Heem'len rijker kroon! De geurenwaaier Warmte omspeel Gebouwen, wier gewar verdwijnt In groen, door torens wijd omheind, En saamgegroeid in 't loofprieel, Welk scheem'rig doolhof eind'loos schijnt - Uw schoonheid straal, bezield fluweel Gelijk, waar bont gebloemte een woud Met vuurlicht siert op sneeuw en goud - Doch hoger wijst nog weidser woon Aan reiner Heem'len rijker Kroon: Haar smetteloosheid beeldt hun Troon, En toont, welk Leven 't al gebiedt! Waar geen kristal meer stralen schiet Uit steden, hoort Zijn hoogste woon Alleen het lied vol vrede: Ontvang, O, Liefdeziel, Uw zaal'gen zoon! Maar 't woord blijft stom: de klaarste zang Uit engellieren mist haar toon: Onzienlijk blinkt in blijder schoon Der blanke Heem'len reine Kroon. Vorige Volgende