Hekeldichten
(ca. 1920)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendMet de aantekeningen der ‘Amersfoortsche’ uitgave
[pagina 41]
| |
Text.Of hy tuyngodt
aant. magh worden van Graveduin
Ga naar voetnootb,
Om de snoepvogels te zien uit de kriekkeboomen,
Gelijk zijn genan
aant. in d' oude Hoven van
Romen:
Maer zijn moedt verslapt, en het hart hem ontzinkt,
Dewijl bygeloof en Roomsche afgodery hier stinkt.
Noch stijft hem wat hoops, omdat de Bethelsche
aant. Papen
Alle afgoden lubben, behalven Priapen.
Pasten op den text oit glossen
aant.,
Met de spille
aant., doen zijn
vrou
Lijsken
Ga naar voetnootc 't garen hasplen
aant.
zou.
Pijn is 't, sprack hy, dus te slaven.
Sy zey: ‘bloet van Brouwershaven
Ga naar voetnootd
Swijgt, gy quaemt van Kalisdijk,
Gy waert kael, en ik was rijk.
Is 't om 't jok of is 't om 't watsspel
aant.?
Zijt gy Kats, ik ben het Katsvel’.
Plus
aant. Ultra.
|