Hekeldichten
(ca. 1920)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendMet de aantekeningen der ‘Amersfoortsche’ uitgave
Amsterdamsche Kakastorie aant. of Muitschool.Aen alle geestelijke doel- en dronkvaers, liefhebbers van brassende
klassen
aant. en eeuwighduurende slemp-synooden.
Tapvol, op Doeleton
aant. gezeten,
's Lants beedlers vraegt, die 't volk opeeten,
Wat vetst en slimste logens zijn:
Of bloet ook smaekt gemengt met Wijn
Ga naar voetnoota?
| |
[pagina 40]
| |
5[regelnummer]
Of dwank van Gommers plonderfielen
aant.,
Niet strekt om 't brasmael te vernielen?
Of zuipzuipuit niet was de schat,
Daer Gommer om op 't wijnvat zat?
Of ook in wijn-en-cijs
aant.-vry steden
10[regelnummer]
Een Biersynodus dient geleden?
Of 't glas uitdrinken 't volk ontsticht?
Of schinken drinken niet verplicht?
En of zich doelvaers
aant. niet verloopen,
Wanneer z' om wijn hun ziel verkoopen?
15[regelnummer]
Wiens doelfeest
aant. ongebondenst is,
En Gommer hoogst zet aen den disch,
Dien zullen Kakistoribeeren,
Met een Synodusroemer
aant.
eeren,
Daer Dordrechts grootsten olyfant
aant.
20[regelnummer]
Mee tart Kalkoentjen, aartsbacchant
Ga naar voetnoota,
Die met karbonkels zoo gaet prijken,
Dat Bachus zelf de vlag moet strijken.
Qui
aant. Curios simulant, & Bacchanalia
vivunt.
Dat is:
Hy lijkt een sant
aant. en dubbel geus,
En voert een roô kalkoensche neus.
Zijn snuit verraet hem, of zijn start.
|