Hekeldichten(ca. 1920)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendMet de aantekeningen der ‘Amersfoortsche’ uitgave Vorige Volgende Op den Heer Hugo de Groot aant., in zijn ballingschap. Hoe zouw de duysternis dit Hollantsch licht gedoogen, Dat al te hemelsch scheen in aller blinden oogen? Het ging een wijle schuil, om klaerder op te gaen. Wy haten 't Groote licht; een ander bidt het aen aant.. Vorige Volgende