Hekeldichten
(ca. 1920)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendMet de aantekeningen der ‘Amersfoortsche’ uitgave
[pagina 1]
| |
Weeghschael aant. van Hollandt, of de Hollandtsche transformatie aant..Dongen
aant. om het
recht Geloof;
Yeders ingebraght bescheit
In de Weegschael wert geleit:
5[regelnummer]
Dokter Gommer, arme knecht
aant.,
Had 'et met
aant. den eersten slecht,
Mits
aant. de schranderen
Armyn,
Ley den rok van d' Advokaet
aant.,
10[regelnummer]
En de kussens
aant. van den Raedt,
't Heiligh Recht van elke Stadt.
15[regelnummer]
Gommer zach vast hier
aant. en gins,
Tot zoo lang mijn Heer de Prins
aant.
Gommers zijd', die boven hing,
Trooste
aant. met zijn staele kling,
Die zoo zwaer was van gewigt,
20[regelnummer]
Dat al 't ander viel te licht.
Toen aenbad elk Gommers pop
aant.,
En Armyn die kreegh de schop
aant..
|