De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
(1936)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 657]
| |
Op het Jaergetyde van Mejoffer Jacoba Bikker,aant.Ga naar voetnoot*Voor den Heer Pieter de Graef, Jongkheer van Zuidtpolsbroek,HAERET LATERI LETALIS ARUNDO. 'k Zou de liefste gaen besteekenGa naar voetnoot1
Op haer vrolyk jaergety,
Maer wat raet? de winterweken
Zetten ons geen bloemen by,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Roos noch leli groen noch lover.
Loumaent, krimpende aen den haert,
Heeft geen groen voor minnaers over,
Die vast zuchten ongepaert.Ga naar voetnoot8
Om dit jaergety te vieren
10[regelnummer]
Moght ik vlechten een feestoenGa naar voetnoot10
Van Apolloos lauwerieren,
Eeuwigh levende, eeuwigh groen:
Maer zy zou aen Dafne denken,Ga naar voetnoot13
Hoeze voor den vryer liep,
15[regelnummer]
Die de schuwe maeght wou krenken,Ga naar voetnoot15
Eer de stroomgodt haer verschiep.Ga naar voetnoot16
Best dat ik de liefste wye,Ga naar voetnoot17
Door een trek, die my verrukt,Ga naar voetnoot18
Eenigh loof van poëzye,
20[regelnummer]
Op Parnas noch versch geplukt.
Loumaent opent nu de poorte
Voor den intrê van het jaer,
En haer zalige geboorte,
Waerdt gedacht met zangh en snaer.Ga naar voetnoot24
| |
[pagina 658]
| |
25[regelnummer]
Elf paer jaeren is 't geleden
Dat de zon uit d'oosterkim
Moediger quam opgereden,Ga naar voetnoot27
En verdreef de naere schim,Ga naar voetnoot28
Om mijn schoone en uitverkoren
30[regelnummer]
Eerst te zeegnen met genâ,Ga naar voetnoot30
Schoone niet alleen geboren
Voor zich zelve: dat waer scha.Ga naar voetnoot32
Die van Godtheên niet verscheelen
Scheppen hemelsch haeren lustGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Zich aen andren me te deelen,
Dat 's den wijzen wel bewust.
Eene roos wort eerst geprezen
Als zy haeren geur verspreit,
Om den flaeuwen te genezen,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Die 't bekent met dankbaerheit.Ga naar voetnoot40
Wyze Pallas, laet de gaven,Ga naar voetnoot41
Laet den bloesem van uw tijt
Niet verwelken. Volgh de braven.Ga naar voetnoot43
Edelmoedige aert benijtGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Niemant licht aen licht t'ontsteken.
Zou Jacoba, heusch van zin
In beleeftheit hier ontbreeken?Ga naar voetnoot47
Min verdient een wedermin,
Op dees hoop volharde ik stouter
50[regelnummer]
U te vieren naer mijn maght.
'k Wierrooke u voor Venus outer,
Eer van 't jofferlijk geslaght.
Laet ons 't jaer met liefde ontginnen,Ga naar voetnoot53
Denk de tijt is veel te dier,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Om te slijten zonder minnen.
Wat is schoonheit zonder vier?
Volgh de voestervrou der staeten.
Volgh natuur en haere leer,
Nu de zusters u verlaeten.Ga naar voetnoot59
| |
[pagina 659]
| |
60[regelnummer]
Wat voorby schiet, keert niet weêr.Ga naar voetnoot60
Wat is bloesem zonder vruchten?
Wat is leven zonder ga?
Laet uw' minnaer dan niet zuchten.
Kroon mijn min met uw gena.Ga naar voetnoot64
|
|