De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
(1936)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendNootweer Tegens den inbreuck van Turckyen.aant.Ga naar voetnoot*
Virgilius. Toen Chinaes rijxmuur open laghGa naar voetnoot1
Borst 's Tarters heir verwoet
Ten rijcke in, zonder stoot en slagh,Ga naar voetnoot2-3
Gelijck een weereltvloet.
5[regelnummer]
De vorst van 't Indiaensche EuroopGa naar voetnoot5
Verraên van inheemsch zaet,Ga naar voetnoot6
En overrompelt, zonder hoop,
In dien benauden staet,Ga naar voetnoot8
Verhing zich zelven op den troon,
10[regelnummer]
Aen eenen zijden strick.Ga naar voetnoot1-10
Aldus streeck Chams gebroet die kroon,Ga naar voetnoot11
| |
[pagina 394]
| |
In eenen oogenblick:
Noch spiegelt Christenrijck zich niet;Ga naar voetnoot13
Is 't zulck een' titel waertGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Te draegen, daer, tot Godts verdriet,
Men d'eer van 't kruis niet spaert,
En, in het nijpen van den noot,
Godt laeft met gal en eeck.Ga naar voetnoot18
De kruisgrens leght gesloopt en bloot,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
En ziet verbaest en bleeck.Ga naar voetnoot20
Out Kreten, eer door hondert steên
Ten hemel toe vermaert,Ga naar voetnoot21-22
Wort vast de hartaêr afgesneên:Ga naar voetnoot23
De Donau onbewaert
25[regelnummer]
Roept hulp, verdaeght een' Scanderbeg,Ga naar voetnoot24-25
Een' anderen Martel,Ga naar voetnoot26
Die 't Sarazijnsch gewelt ontzegg',Ga naar voetnoot27
En heenstier' naer de hel:
Maer d'ooren zijn gestopt en doof.
30[regelnummer]
Inheemsche staetreên wetGa naar voetnoot30
Het zwaert, en geeft het ongeloof,
Den vloeck van MahometGa naar voetnoot32
Het velt gewonnen. kan men dit
Verdaedigen? zy staen
35[regelnummer]
Verstockt, hoe droef de grenswacht bidt,Ga naar voetnoot34-35
En schreit: de Turck treckt aen.
Indien Byzansse, dus gesterckt,Ga naar voetnoot37
Europe voort afloop'Ga naar voetnoot38
Met een gedruisch, en op zijn merckt
| |
[pagina 395]
| |
40[regelnummer]
's Volx overschot verkoop',Ga naar voetnoot40
Gelijck het vee, dat deerlijck blaet,
Dan zal men ommezien,Ga naar voetnoot42
En smeecken al te spade om raet.
Wie kan die plaegh ontvliên?Ga naar voetnoot44
J. V. Vondel.
t'Amsterdam, voor de weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam. 1661. |
|