De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
(1936)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendByschriften Aen de edele mogende zeeraeden t'Enckhuisen,aant.Ga naar voetnoot*Op het Roode Paert met zijn metaelen Kanon, uit den overwonnen Duinkercker, onder den zeestrijt, in hopman Volkaert Kanonijx oorloghsschip overgesprongen, in den jaere 1622. den 22 in Wijnmaent.Klinckdicht.Fatalis equus saltu super ardua venit. Wat heeft de stoffery der ouden ons vervaertGa naar voetnoot1
Met Perseus, en Pegaes, die, over zee gevlogen,Ga naar voetnoot2
De weerelt sloegh voor 't hooft met een gedichte logen,Ga naar voetnoot3
Een logen, in 't gestarnt gesteigert hemelwaert!Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Het brave Enckhuizen draeft, vol moedts, op 't Roode Paert,Ga naar voetnoot5
Met zijnen kopren mont, dat gloênde blixems braeckte,
| |
[pagina 396]
| |
En donderklooten, daer Noortzee en lucht af kraeckte,Ga naar voetnoot7
Een Paert, op 't princenhof in eeuwigheit bewaert.Ga naar voetnoot8
Het quam, toen Volckaert dien Duinkercker had gedrongen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Uit 's meesters zeekasteel, in 't Hollantsch slot gesprongen.Ga naar voetnoot10
De zeehelt greep het by den zeetoom zonder last.Ga naar voetnoot11
Het opent met zijn hoef een Bronaêr voor den zanger.
Wy drincken op Parnas noch Helikon niet langer.Ga naar voetnoot13
Dit is ons paerdebron. hier is geen droom aen vast.Ga naar voetnoot14
| |
Anders.aant.Het Roode Paert spreeckt. Ick holp op zee Duinkercken oorelogen:Ga naar voetnoot1
Maer Volkaert leerde ons Hollantsch schutmuzijck.Ga naar voetnoot2
Mijn meester quam ten hemel opgevlogen.
Toen koos ick 't schip des vyants tot een wijck.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Laet Griecken met Pegazen elck verguizen:Ga naar voetnoot5
Het Roode Paert, dat heldendichters teelt,Ga naar voetnoot6
Verweckt een bron in 't wijdt befaemde Enckhuisen:
Daer bloeit Parnas: out Griecken zit misdeelt.Ga naar voetnoot8
J.v. Vondel.
t'Amsterdam, voor de weduwe van Abraham de Wees, op den Middel-dam. CIƆ CIC LXI. |
|