De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663

Op d'afbeeldinge van den E. heere Filippus Rovenius,aant.^*

Aertsbisschop te Filippen.

De staf, noch myter, noch 't gewyde feestgewaet
Is ons Aertsbisschop niet, al geeft hy dus den zegen;
Maer met een nedrigh hart te weigren dezen staet,³
En drywerf twalef jaer in druck, van Christus wegen,
Den stoel van Willebrort uit liefde te bekleên,^4-5
Dat beelt den Kruishelt af: zoo kent Godts Kerck Roveen.

* Van of vóór 1660. - Volgens de tekst in Hollantsche Parnas, blz. 149.
Opschrift: Voor Filippus Rovenius (1574-1651) zie deel 5, blz. 464, waar Vondel zijn vijftigjarig priesterschap bezingt. Het is mogelik dat Vondel dit gedicht maakte bij een gravure van Th. Matham (zoals hij deed bij Wuytiers, zie blz. 269), want Matham maakte ook een gravure naar het door B. Breenberg geschilderde portret van Rovenius, zie Moes, Icon. Bat. 2, blz. 292.

3 d.w.z. daaraan herkennen wij zijn ware karakter als onze Aertsbisschop (vs. 2).

4-5 indruck: toen de Katholieke eredienst werd verdrukt. In 1620 werd Rovenius tegelijk als Aartsbisschop van Philippen en van Utrecht gewijd.