De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
(1936)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 275]
| |
De Koningklijcke Idea.aant.Ga naar voetnoot*d'Idea van de Deught en Schoonheit was verloren:
Natuur, verlegen om een voorbeelt, zocht in 't ront,
Tot datze Schoonheit, Deught, en Wijsheit t'effens vontGa naar voetnoot3
In eene Koningin, ter heerschappy geboren.
5[regelnummer]
Zy had, uit lust tot Vrede, in 't brullen van zijn' toren,
Den Oorlogh afgevoert van Duitschlants vetten gront:Ga naar voetnoot5-6
Nu zaghze Plato zelf d'orakels uit den mont,Ga naar voetnoot7
En ketende aen haer tong zoo veler vorsten ooren;
Die zagen noit de zon, des morgens opgestaen,
10[regelnummer]
Zoo rijck in haeren glans met meer verbaestheit aenGa naar voetnoot10
Als deze, die men wensch' dat eeuwigh 't rijck beschijne.Ga naar voetnoot11
Toen riep Natuur: ons oor en oogen zijn verzaet:
In eene triomfeert al 't edelst, zonder maet.Ga naar voetnoot13
De hemel helpe ons aen afzetsels van CHRISTYNE.Ga naar voetnoot14
|
|