De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 758]
| |
[Op de samenzwering van Burgerhart door G. Flinck].aant.Ga naar voetnoot*Hier zietge in 'tGa naar margenoot† Burgerhart de grootsheit van Oranje:
Hy kant zich tegens Room/en treet in eed-verbont.
So kante Willem zich in 't harnas tegens Spanje.
De vryheit/lang verdrukt/spreekt eindlik uit de mont.
| |
[Op Brunio's schildheffing door G. Flinck].aant.De dappre Brunio, een eer der Kermerlanders/
verheftmen op een schild/en sweeren hem hun trouw.
So wiert Nassau het hooft ten trots der Spaansche standers:
uit welke duingront rees het vrije Staats-gebouw.
|
|