De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendJ.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.G.N. de Vooys, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn., L. Simons, C.C. van de Graft, L.C. Michels, J.D. Meerwaldt en A.A. Verdenius (eds), De werken van Vondel. Achtste deel 1656-1660. De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam 1935
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, sign.: VGB. Ned. 56 2607
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De werken van Vondel. Achtste deel 1656-1660 van Joost van den Vondel, uitgegeven in 1935. Aan dit deel werkten J.F.M. Sterck, H.W.E. Moller, C.G.N. de Vooys, C.R. de Klerk, B.H. Molkenboer, J. Prinsen J.Lzn., L. Simons, C.C. van de Graft, L.C. Michels, A.A. Verdenius en J.D. Meerwaldt mee.
redactionele ingrepen
p. 23-169, 205, 580, 758, 771: bij de margenoten is de aanduiding ‘[Randschrift:]’ toegevoegd omdat het hier om originele margenoten gaat
p. 178, 570, 624, 687, 754, 941: kop ‘[Gedichten]’ toegevoegd
p. 214, noot 1: ruiterstEandbeeld → ruiterstandbeeld: ‘Toen de Senaat haar terugzond, schonk Porsenna haar de vrijheid. Een ruiterstandbeeld op de Via Sacra bewaarde de herinnering aan haar.’
p. 245-560: de nummering van de psalmen in de noten is niet juist vanaf psalm 10 tot en met psalm 146, dit is verbeterd
p. 364: LVI → LVII: ‘De LVII. Harpzang.’
p. 945: kop ‘[Aantekeningen en aanvullingen]’ toegevoegd
p. 977: 000 → 942: ‘OP G. FLINKS SCHILDERY VAN VENUS EN KUPIDO, DOOR KORNELIS VAN DALEN DEN JONGEN GESNEDEN, blz. 942’
p. 992: 212 → 221: ‘Koning David harpspelend, titelgravure van de “Harpzangen” ... 221’
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. IV, 2, 4, 20, 22, 993) zijn niet opgenomen in de lopende tekst. De Verbeteringen en aanvullingen van p. 977 zijn op de volgende manier in de lopende tekst verwerkt: de verbetering in ‘Zeemagazyn’ is doorgevoerd; van de verbetering in ‘Den E. jongeling Joannes Wandelman’ is een noot gemaakt op p. 721
[pagina ongenummerd (I)]
DE WERKEN VAN VONDEL DEEL VIII
[pagina ongenummerd (III)]
DE WERKEN VAN VONDEL
VOLLEDIGE EN GEÏLLUSTREERDE TEKSTUITGAVE IN TIEN DEELEN
ONDER LEIDING VAN DR. J.F.M. STERCK, DR. H.W.E. MOLLER, PROF. DR. C.G.N. DE VOOYS EN C.R. DE KLERK, MET MEDEWERKING VAN MEJ. DR. C.C. VAN DE GRAFT, DR. J.D. MEERWALDT L.C. MICHELS, PROF. B.H. MOLKENBOER PROF. DR. J. PRINSEN †, DR. L. SIMONS † EN PROF. DR. A.A. VERDENIUS BANDTEEKENING VAN PROF. R.N. ROLAND HOLST
ACHTSTE DEEL
1656-1660
UITGEGEVEN IN 1935 DOOR DE MAATSCHAPPIJ VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR TE AMSTERDAM
[pagina 1]
AAN DEN LEZER OVER DE BEWERKING VAN DEEL VIII
De in Deel VIII afgedrukte Vondel-tekst is bewerkt achtereenvolgens door L.C. Michels, door Prof. Dr. C.G.N. de Vooys met medewerking van Dr. C. Catharina van de Graft, door Prof. B.H. Molkenboer O.P. en door Prof. Dr. A.A. Verdenius met medewerking van Dr. J.D. Meerwaldt.
Alle gedichten, waarbij geen bewerker genoemd wordt, zijn taal- en letterkundig toegelicht door Prof. De Vooys en Mej. Van de Graft. L.C. Michels voltooide de uitgave en bearbeiding van de Herscheppinge.
Davids Harpzangen en het Onderwys van het geloofshooftpunt der H. Dryeenigheit werden van verklarende aanteekeningen voorzien door Prof. Molkenboer.
Prof. Verdenius wierf voor onze Vondel-uitgave een zeer gewenschte kracht aan in zijn medewerker, den classicus Dr. Meerwaldt; beide geleerden hebben voor dit deel bewerkt Koning Edipus Uit Sofocles. De voorarbeid van den classicus maakte eerst een interpretatie en waardeering van Vondels vertaling mogelijk. Hoe belangrijk het aandeel van Dr. Meerwaldt in deze uitgave is geweest, blijkt uit de verklarende aanteekeningen onder den tekst en uit de toelichting aan het slot van dit Deel.
[pagina 3]
KORT OVERZICHT
I. | BRIEVEN VAN EN OVER VONDEL, DOOR DR. J.F.M. STERCK. |
II. | TEKST VAN VONDELS WERKEN: |
1: SLOTGEDEELTE DER GROOTE VERTALINGEN UIT HET LATIJN (Blz. 23-177). | |
2: GEDICHTEN IN CHRONOLOGISCHE VOLGORDE (1656-1660) (Blz. 179-944). | |
III. | LITERATUUROPGAVE EN OPMERKINGEN DOOR DR. J.F.M. STERCK. |
IV. | AANTEEKENINGEN EN AFWIJKENDE LEZINGEN, DOOR DE TAALKUNDIGE BEWERKERS. |
V. | INHOUD. |
[pagina 977]
VERBETERINGEN.
ZEEMAGAZYN, vs. 250, blz. 662: Men leze in in plaats van en.
DEN E. JONGELING JOANNES WANDELMAN, blz. 721. Dit gedicht is gedagtekend van 20 Juni 1659, het had dus behoren geplaatst te worden vóór het gedicht ‘De Vorstelycke Bruiloft t'Amsterdam’.
[pagina 987]
INHOUD VAN 'T ACHTSTE DEEL
BLZ. | |
I | |
Aan den Lezer: over de bewerking van deel VIII | 1 |
Kort overzicht van den inhoud | 3 |
Brieven van en over Vondel, door Dr. J.F.M. Sterck | 5 |
II | |
Vondels Werken | 23-944 |
Publius Ovidius Nazoos Herscheppinge, vertaelt door J. V. Vondel (slotgedeelte) | 23-177 |
Het dertiende boek | 23 |
Het veertiende boek | 72 |
Het vyftiende boek | 118 |
Bladwyzer der Herscheppinge naar Vondels handschrift | 170 |
Gedichten van 1656 tot 1660 | 179-944 |
Byschriften van of voor [1656] | 179 |
Rome | 179 |
Keulen | 179 |
Antwerpen | 180 |
Jaghtzang aen den doorluchtighsten Vorst en Heer, J. Mauritius, Vorst des H. Rijcks, Prince van Nassau, Stadthouder te Kleef, Etc. Over het Wiltbraet, den Heeren Burgermeesteren en Wethouderen van Amsterdam, op hun keurgetijde en blijde maeltijt, toegezonden [1656] | 181 |
Ter Bruilofte van den E. Heere, Joan Huidekooper. Ridder, Iongkheere van Maerseveen, Schepen t'Amsterdam. En de E. Ioffer, Sofia Kooimans [1656] | 180 |
Op den Ed. Hr. Gerard Hulft [1656] | 193 |
Klaghte op den ondergangk der Rijksstede Aken [1656] | 193 |
Ter Bruilofte van den hoogen edelen gestrengen Heere, Peter Nooms, Baron des H.R. Rijcks, Heere van Arelanderveen. En de hooge edele Joffer, Beatrix Adriana Ram van Schalckwyck [1656] | 196 |
Ter Bruilofte van den kunstrijcken Govaert Flinck. En de E. Iongkvrouwe, Sofia van der Hoeven [1656] | 199 |
Lyckklaght over D. Antonio de Gamarra, Kolonel van een regement paerden, zoon van zijne Excelentie D. Estevan de Gamarra [1656] | 202 |
Verlossinge van Valencyn door zijn Koningklijcke Hoogheit D. Joan van Oostenryck [1656] | 204 |
Op de afbeeldinge van Zijn Koningklijcke Hoogheit, D. Joan van Oostenryck [1656] | 206 |
Op den Zeetriomf der Heerschappye van Venetie [1656] | 207 |
Op het Eeuwgetijde van den H. Vader Ignatius de Loiola [1656] | 209 |
Op d'afbeeldinge van de E. heere, Rycklof Goensz., Raet in de OostIndien. Geschildert door G. Flinck, toen hy op zyn vertreck stont [1656] | 211 |
Op myne afbeeldinge in het kleen door Filips de Koning [1656] | 212 |
Aen de Jongkvrouw Margareta van Ryn. Kunstigh afgebeelt door P. de Koning [1656] | 212 |
Op G. Flincks afbeeldinge van den doorluchtighsten Vorst en Heere, I. Maurits, Prince van Nassau [1656] | 213 |
[pagina 988]
De Cloelia van de Heere Hogenhuis, geschildert door Stokaade [1656] | 214 |
Op het uitdeelen der graenen door Joseph in Egypten, Geschildert door Nikolaes Stockade [1656] | 215 |
Op de Brieven en Papieren ter Trezorie, Geschildert door Kornelis Brize [1656] | 215 |
Op de Romainsche Historischilderyen, opgehangen in de Burgermeesterskamer, en haer Vertreck; geschildert door Joan Lievensz, Govaert Flinck, en Ferdinandus Bol. [1656] | 216 |
Op Mejoffer Margriete Tulp, Huisvrouwe van Joan Six. Door Govert Flinck geschildert [1656] | 217 |
Op d'afbeeldinge van den kunstrycken Heere Abraham van Diepebeeck [1656] | 218 |
Koning Davids Harpzangen Den Nederduitschen toegezongen Door J. v. Vondel [1657] | 219 |
Aen de doorluchtighste Koningin Christina Maria Alexandra [opdracht] | 222 |
Zacharias Lofzang | 568 |
Tooneelkrans voor den Edelen Jongkheere, Nikolaes van Vlooswyk, Toen hy de rol van Filedonius of Lusthart, by Doct. Franciscus van den Enden, op 's Wijzemans spreuk, door zijne Latijnisten ten tooneele gevoert, zoo loflijk en stichtig uitbeelde [1657] | 570 |
Blyde Aenkomste t'Amsterdam van zijne Excellentie D. Estevan de Gamarra, Ridder van Sint Jakobs Orden enz. Gezant van zijne Katholijcke Majesteit, by de Hooge Mogende Staeten der Vereenigde Landen [1657] | 572 |
Ter Bruilofte van den E. Bruidegom Gysbreght van Zusteren, en zyne E. Bruit Helene Donkers [1657] | 574 |
Voor Alexander den VII. Hersteller van Jesus Societeit in den Staet van Venetie [1657] | 576 |
J. V. Vondels Keurgedicht op de Keurstehouderschap van den doorluchtighsten Vorst en Heere, J. Mauritius, Prince van Nassau, Vorst des H. Rijx, Stadthouder te Kleef, enz. Toen zijne Vorstelijcke Doorluchtigheit, in den naem van Keurbrandenburgh, ter Keure van den Roomschen Koning trock [1657] | 584 |
De Dryfkunst van Paulus van Viane. Aen Joannes Lutma den Jonge [1657] | 595 |
Op zyne afbeeldinge, door Joannes Lutma den Jonge geschildert | 597 |
Op d'afbeeldinge van den ouden Lutma, door den Jonge | 598 |
De Geboorte van den Heere Michael le Blon, Vermaent door sijn jonge Nicht en Neven op sijn seventighste jaer [1657] | 598 |
Ter eeuwige gedachtenisse van wijlen Michiel le Blon, Afgezant der kroone en koninginne van Sweden, by den koning van Groot Britanje [2 Grafschriften] [1657] | 599 |
Op d'afbeeldinge van den Nederlantschen Fidias, Artus Quellyn, het licht der beelthouwerye onzer eeuwe, en beelthouwer van Amsterdam. Geschildert door Stockade van of voor [1657] | 600 |
Op G. Flincks afbeeldinge van den doorluchtighsten Vorst, en Heere, Frederick Willem, Keurvorst des Heiligen Roomschen Rycks, Marckgrave te Brandenburgh van of voor [1657] | 600 |
Op d'afbeeldinge van den Edelen Heere Peter Serwouters [1657] | 601 |
Op Jacob van Kampen, Heer van Ranbroek, Bouwmeester en Schilder [1657] | 601 |
De Tooneelpoezy. Aen de edele Heeren Mecenaten, H. Cornelis van Vlooswyck,.... H. Geeraert Schaep,.... H. Joan Huidekooper,.... H. Andries de Graeff,.... Burgermeesters en Regeerders t'Amsterdam. Toen men toereede om Salmoneus in den doorluchtigen Schouburgh ten tooneele te voeren [1657] | 602 |
Spore voor den edelen en gestrengen Heere, Christiaen Huigens, zoone van den Heere Van Zuilichem etc. Dat hy zyn Heer vaders gedichten het licht gunne [1657] | 604 |
Op d'Af-beeldinge van den Heere van Zuylichem Door sijnen Zoon Christiaen Huygens Getekent [1657] | 607 |
[pagina 989]
De Nachtegael van Amisfort [1657] | 608 |
De Parnas Aen de Belt. Verscheide Dichten in Denemerck gedicht door J. V. Vondel [1657] | 610-624 |
Op d'afbeeldingen der koningklijcke Majesteyt, te Denemerck, Noorwegen, Wenden, en Gotten. Geschildert door Karel van Mander, Hofschilder van zijne Majesteit Frederick de Derde | 611 |
Sofia Amalia | 611 |
Christiaen, Gekoren Prins te Denemerck en Noorwegen | 612 |
Op d'afbeeldinge van den edelen en gestrengen Heere Eryck Seesteed. Door Karel van Mander geschildert | 612 |
Op d'afbeeldinge van den onsterflijcken Heere, Karel van Mander, Schilder, en dichter, en schrijver van het Schilderboeck | 613 |
Op mijne afbeeldinge Door Karel van Mander | 614 |
Afscheit van Mevrouwe de Koninginne te Denemerck en Noorwegen, etc. Sofia Amalia, Toen haer gemael, Koning Frederick de derde, ten oorlogh voer | 614 |
Aen zijne Excellentie, den Rijxhofmeester, Heer Joachimus Gerstdorp | 618 |
Groete Aen hunne Excellentien, den Heere Koenraet van Beuningen, Pensionaris van Amsterdam, Godefried van Rheede, Heere van Amerongen, en Mathias Fiersen, Staetheere van Vrieslant, Gezanten der Hooge Mogende Staeten, by de Majesteit te Denemarck, Noorwegen, etc. | 619 |
De bestendigheit der Kercke. Aen zijne Excellentie den Heer D. Bernardino, Graef van Rebolledo | 621 |
Aen zijne Excellentie, den doorluchtigen Heer, Tobias Morstin, Trucksesz te Krakou, Resident van den Koning en de Kroon Polen by Koning Frederick den derden | 622 |
Op myne afbeeldinge, kunstigh getekent en gesneden door Cornelis de Visscher. MDCLVII [1657] | 624 |
Het Stockske van Joan van Oldenbarnevelt, vader des vaderlants [1657] | 625 |
Triomfe Over de geboorte van den doorluchtighsten Prince, Philippus Prosper Andreas, Prince van Spanje. Aen D. Estevan de Gamarra, Gezant by de Hooge Mogende Heeren Staeten etc. [1658] | 627 |
Ter Bruilofte van den E.E. Heere Ventidius Riccen, Kastelein en hooftofficier der stede Purmerent, Baljuw van de Beemster en Wormer, etc. En de E.E. Jongkvrouwe Haesje Augustyns [1658] | 630 |
Ter Bruilofte van den E. Bruidegom Jakob Linnich, en de E. Bruit Katharine Jakobs de Vries [1658] | 632 |
Ter Bruilofte van den edelen en hooghachtbaeren Heere, Jongkheere Joan van Waveren, Out Schepen van Amsterdam, En Mejoffer Debora de Blaeuw [1658] | 635 |
Blekers Triomfeerende Venus Geschildert voor zyn Hoogheit van of voor [1658] | 639 |
Eeuwgety van den E. Heere Karel Couvrechef, Karmelyt, en Priester [1658] | 640 |
Op het Kroonen van den Roomschen Koning en Keizer Leopoldus, Altijt Vermeerderaer des Rijx [1658] | 641 |
Ter Bruilofte van den E. Bruidegom Michiel Blok en de E. Bruit, Alide Anslo [1658] | 645 |
Vrye Zeevaert naer Oosten [1658] | 648 |
Staetwecker [1658] | 649 |
Op d'afbeeldinge van den doorluchtighsten zeehelt, H. Jakob van Wassenaer, Vryheere van Wassenaer etc. Amirael van Hollant en Westvrieslant | 651 |
Zeemagazyn Gebouwt op Kattenburgh t'Amsterdam. Aen De weledele en mogende Heeren Zeeraeden ter Amiraliteit in de gemelde stadt [1658] | 653 |
Maeghdepalm Ter kloosterstaetsie Van zuster Anna Bruining, Bevestight In d'Orde van d'arme Klaerissen te Bethlehem [1658] | 666 |
J. V. Vondels Afbeeldingen der Stamheeren en zommige telgen van de Graven, |
[pagina 990]
Boelensen, Bickeren en Witsens, toegewyt den edelen en gestrengen Heere Andries de Graeff, ouden Raet en Rekenmeester, nu out Burgermeester en Zeeraet [1658] | 673-687 |
Onschult Aen den zelven Heer | 674 |
Op den edelen en grootachtbaeren Heer Diedrick Jansz. Graeff, Burgermeester en Raet van Amsterdam | 675 |
Op den edelen en gestrengen Heer Cornelis Boelens, Raet van zijn Excellentie Willem van Nassau, Prins van Oranje, Gecommitteerde raet van Hollant en West-Vrieslant, Raet van Staete,.... en Schepen en Raet van Amsterdam | 676 |
Op den edelen en grootachtbaeren Heer Geeraert Bicker, Brurgermeester en Raet van Amsterdam | 677 |
Op den grootachtbaeren Heer Geeraert Jakob Witsen, Gecommitteerde Raet der Staeten van Hollant en West-Vrieslant, Burgermeester en Raet van Amsterdam | 678 |
Op den edelen en gestrengen Heer Jakob de Graeff, Vryheer van Zuidpolsbroeck, Gecommitteerde Raet van de Staeten van Hollant en West-Vrieslant, En Burgermeester en Raet van Amsterdam | 679 |
Op den edelen en grootachtbaeren Heer Cornelis Bicker, Heer van Swieten, Gecommitteerde Raet van de Staten van Hollant en West-Vrieslant, En Burgermeester van Amsterdam | 680 |
Op den edelen en gestrengen Heer Andries de Graeff, Ouden Raet en Rekenmeester der Graeflijckheit van Hollant, en West-Vrieslant, nu Out-Burgermeester, en Zeeraedt t'Amsterdam | 681 |
Op de edele en gestrenge Mevrouw Elizabeth Bickers van Swieten, Gemaelin van den Heere Andries de Graeff | 682 |
Op d'Afbeeldingen van den edelen Heere Andries de Graeff, En de edele Mevrouwe Elizabeth Bickers van Swieten | 683 |
Op de Kinders van den Heere Burgermeester Andries de Graeff, en Mevrouw Elizabeth Bickers van Swieten, In een lantschapschilderye afgebeelt | 684 |
Op het Wapen van den gemelden Heere | 686 |
Op Vredehoef De hofstede van den gemelden Heere | 686 |
Op de vyf zinnen van of voor [1658] | 687 |
Ter eere der Schrijfkunste van Mr. Lieven van Koppenol [1658] | 689 |
Op de Pennekunst van Mr. Lieven van Koppenol | 691 |
Aan van of voor [1658] | 691 |
Raadzel van of voor [1658] | 692 |
Op Joan Maurits [1658] | 692 |
Aen Mr. Johan Koenerding. Aen J. Westerbaen. Aan Mr. J. Koenerding van of voor [1658] | 693 |
Op de schilderij van Govert Flinck ‘Salomon biddend om wijsheid’ [1658] | 694 |
Op het Marmerbeelt van den E. Heere D. Nikolaes Tulp [1658] | 694 |
Op d'Afbeeldinge van den E. Heere Nikolaes Tulp [1658] | 695 |
Op de Bespiegelingen der Geneeskunste Van den E. Heere, Dr. Nikolaes Tulp [1658?] | 696 |
Danckoffer Aen den Heer Joan Six, Voor zyn ooft en wiltbraet my uit zyne hofstede toegezonden [1658?] | 698 |
Triomf van Koppenhagen onder Frederick den derden, Koning van Denemerck en Noorwegen, etc. [1659] | 701 |
Ter Bruilofte van den Heere Willem Blaeu, Licentiaet in beide Rechten, En Mejoffer Anna van Loon [1659] | 703 |
De Vorstelycke Bruiloft t'Amsterdam. Aen den doorluchtighsten Vorst en Heer Johan Georg, En de doorluchtighste Princes, Mevrouw Henriette Katharine [1659] | 706 |
Bruiloftsliedt | 716 |
[pagina 991]
Zijn vorstelijcke doorluchtigheit J. Mauritius, Prince van Nassau etc. Stadthouder van Kleef etc. Op het Geboortegety van Mevrouw Amelia, Princesse van Oranje, en Nassau, etc. [1659] | 718 |
Op het Triomferende Vierwerck, Aen den E. Heer Willem Haegh, Sekretaris van Kleef [1659] | 720 |
Den E. Jongeling Joannes Wandelman, Beyveraer der Wysheit, Kunsten, en H. Godtgeleertheit [1659] | 721 |
Op de Historischilderyen Ter eere van de Keurvorstinne, den Vorst van Anhalt, en alle Nassausche Heeren en Vrouwen op het stadthuis geschildert. Door G. Flinck [1659] | 723 |
Op den princelijcken Genadepenning. Aen de doorluchtighste Mevrouwe Douagiere Amelia, Princes van Oranje en Nassau, etc. [1659] | 725 |
Op den Amsterdamschen Gedenkpenning. Machtige Neering [1659] | 727 |
Ter Bruilofte van den weledelen Heere Peter van Heimbach, En Mejoffer Maria van Block [1659] | 728 |
Op d'afbeeldinge van Mejoffer Maria van Block [1659] | 732 |
Den Doorluchtigen, en Overgeleerden Heer, H. Paulus Terhaar [1659] | 733 |
Onderwys Van het geloofshooftpunt der H. Dryeenigheit. Getrocken uit het vijfde boeck der Bespiegelingen van Godt en den Godtsdienst, Door J. v. Vondel [1659] | 734 |
J. V. Vondel Aen den E. hooghgeleerden Heer, Augustyn Alsten Bloemaert, Toen hy hem het onderwys van de H. Dryeenigheit op zyn kranckbedde toezondt [1659] | 754 |
Op het overlyden van den gemelden Heere. [Bloemaert]. Grafschrift [1659] | 754 |
Onderschrift onder het portret van Augustyn Alsten Bloemaert [1659] | 756 |
Den geleerden jongeling H. Joan Leeuwenaert Blasius, vryer der Rechtsgeleertheit [1659] | 756 |
Op het ontfangen van Moses wet, in de kamer der heeren Schepenen [1659] | 757 |
Op de marmerbeelden der heilige vaderen Ignatius de Loiola en Franciscus Xaverius, door Artus Quellinus [1659] | 757 |
Op de samenzwering van Burgerhart door G. Flinck [1659] | 758 |
Op Brunio's schildheffing door G. Flinck [1659] | 758 |
Aen de edele Gebroederschap der schuttersorde van Sint Michiel, in de Kolveniers doelen [1659] | 759 |
Lantgezang ter Bruilofte van den E. Heere Reinier van Estvelt, En de E. Jongkvrouwe Rebecka Bruining [1659] | 760 |
Triomf over Funen [1659] | 764 |
De Noortsche Nachtegael [1659] | 766 |
J. V. Vondels Jeptha Of Offerbelofte. Treurspel [1659] | 769 |
Aen Mevrouw Anna van Hooren, Gemaelin van den edelen Heere, Cornelis van Vlooswyck. [opdracht] | 771 |
Berecht Aen de begunstelingen der toneelkunste | 773 |
J. V. Vondels Koning Edipus Uit Sofokles. Treurspel [1660] | 851 |
Den weledelen en grootachtbaeren heere, Joan Huidekooper, Ridder, heere van Maerseveen, Neerdijck etc. [opdracht] | 853 |
Inhoudt van Koning Edipus, Gedicht door Aristofanes den Letterkunstenaer | 861 |
Op Venus en Cupido, door G. Flinck geschildert [1660] | 941 |
Op G. Flincks schildery van Venus en Cupido, door Corn. van Dalen den jongen gesneden [1660] | 942 |
Op G. Flincks Tekeninge Over het eeuwgeschil,.... door Prins Mauritius beslecht [1660] | 942 |
Op d'Afbeeldinge van Govaert Flinck [1660] | 943 |
Ter Gedachtenisse van wylen den kunstrycken Govaert Flinck, Schilder. Grafschrift [1660] | 943 |
[pagina 992]
Onderschrift by A. Blotelingh's gravure naar Zijl's portret van Flinck [1660] | 944 |
III | |
Dr. J.F.M. Sterck: Literatuuropgave, Bibliographie, Aanvullingen en opmerkingen | 945 |
L.C. Michels: Aantekeningen bij ‘Herscheppinge’ | 953 |
Dr. C.C. van de Graft: Afwijkende lezingen; Aantekeningen | 966 |
Prof. B.H. Molkenboer: Naschrift bij ‘Harpzangen’ en ‘Onderwijs van het geloofshooftpunt’ | 980 |
Prof. Dr. A.A. Verdenius: Oude drukken en afwijkende lezingen van ‘Koning Edipus’ | 981 |
Dr. J.D. Meerwaldt: Opmerkingen ter toelichting van de ‘Koning Edipus’-bewerking | 982 |
Inhoud van het Achtste Deel | 987 |