De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend[Op Joan Maurits]aant.aant.Ga naar voetnoot*Omschaduwt MAURITS niet met wapens van zijn vaderen
En heerschappijen, een vergangkelijcke pracht,
Maer met de deughden, die in eenen helt vergaderen,Ga naar voetnoot3
Tot onderstant en rust van 't menschelijck geslachtGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
In bey de weerelden. zoo zagen hem de HeerenGa naar voetnoot5
Noch onlangs aen de Main de kroon van Oostenrijck,Ga naar voetnoot6
In KEURVORST FREDRIX naem, hanthaven, en verweeren.
Een scheitsman zette zoo veel ongelijcks gelijck.Ga naar voetnoot8
De Wijsheit kon een man tot eenen Godt verheffen.
10[regelnummer]
Hy wist met minne en kracht haer keurwit recht te treffen.Ga naar voetnoot10
MDCLVIII
J. v. Vondel.
|
|