De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 692]
| |
Raadzel.aant.Ga naar voetnoot*Ik droeg mijn moeder: zy droeg my.
Van jongs op hing ik aan haar zy.Ga naar voetnoot2
Toen zij vermoort wierdt, en geplukt,
Ben ik van hare zy gerukt.
5[regelnummer]
Hoewel ik stom geboren ben,
En geene taalen spreek, noch ken,
Noch spreek ik klaar in ieders lant,Ga naar voetnoot7
En vliege van mijn Meesters hand.
Mijn laaffenis is bittre gal.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ik dien de menschen overal.
Al heeft men mijn natuur besneên,Ga naar voetnoot11
Nochtans bemint my ieder een.
Kan iemandt raden wie ik ben,
Die druk mijn naam uyt met de Pen.
J. v. Vondel.
|
|