Eeuwgety van den E. Heere Karel Couvrechef,
Karmelyt, en Priester Aen de H. Maeght.aant.Ga naar voetnoot*
Anno 1658, 22 Juny.
Lauda, jubila, laetare et exulta in omni corde.
Wat offren wy de heylige Maeght
Of Myrre, of gout? wat gift behaeght
5[regelnummer]
Van 's hemels poorte houdt bezet,
Veel duizent Engelen haer prijzen?
Een danckbaer hart, oprecht, en net
Met zulcke geuren naer de lucht
10[regelnummer]
Nu KAREL heden vyftigh iaeren
In haeren dienst niet zonder vrucht
Gesleten telt, en gryze haeren
't Gewyde hooft van COUVRECHEF
Bedecken, die het iuck des Heeren
15[regelnummer]
Zoo iongk gedraegen heeft: verhef
Den naem van JESUS, dien wy eeren
Gelyck zyn Moeder hem aenbidt.
|
-
voetnoot*
- Van 1658. Volgens de [verbeterde] tekst van een afschrift, wel door Vondel ondertekend, maar niet van zijn hand. Van Lennep facsimileerde het afschrift in zijn zevende Vondel-deel, bij blz. 694.
We corrigeerden: in het opschrift: Prister, in het motto: Latare en het Bijbelvers in de verwijzing: 24; in het gedicht zelf: vs. 11 dinst, vs. 12 gryzen, vs. 13 gewydt, vs. 17 aenbith.
Het Latijnse motto, een vers uit de Vulgaat (Sophonias [of Sefanja] III, 14) betekent: ‘Juich, jubel, wees van ganser harte vrolik en blijde!’
Zie over Karel Couvrechef deel 5, 595. Het Eeuwgety is zijn vijftigjarig priesterschap (zie vs. 10). Vgl. dl. 7, blz. 8.
-
voetnoot1-2
- Op het voorgebergte van de Palestijnse bergketen Karmel stichtten de Karmelieten hun stamklooster.
-
voetnoot7-8
-
net gevaeght van: geheel gereinigd, bevrijd van.
-
voetnoot18
-
van daer zy zit: vanuit de hemel waar zij zetelt.
|