De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 178]
| |
[Gedichten]MET DE HIERVOOR AFGEDRUKTE ‘HERSCHEPPINGE’ is de reeks van Vondels groote vertalingen uit het Latijn gesloten. Den tekst met de toelichting zagen we de ruimte beslaan van het geheele VIde en VIIde en nog een stuk van dit VIIIste Deel. Een woord vooraf in Deel V heeft den lezer rekenschap gegeven, waarom wij bij deze werken opzettelijk gingen afwijken van den chronologischen voortgang. Wij deden dat ter wille van de overzichtelijkheid der stof en de doelmatigheid bij de toelichting en bij het gebruik. Zoo konden wij de beide Vergilius-overzettingen náást elkander afdrukken en ze laten volgen door de vertalingen van Horatius en Ovidius. Hiernaast wordt de tijdkundige volgorde hervat. Bracht het Vde Deel ons tot het jaar 1656, we gaan de uitgaven van datzelfde en de volgende jaren afdrukken om ten slotte een begin te maken met die van 1660. | |
[pagina 179]
| |
Byschriften.aant.Rome.Ga naar voetnoot*Ga naar voetnoot**Imperium sine fine dedi. De Bouwheer Romulus zijn' naem gaf aen de vesteGa naar voetnoot1
Van Rome, welx gezagh op twee paer wijzen draeft,Ga naar voetnoot2
Door Koningsdom, door 't volck, en 's volcks gemeene beste,
Door Keizer en door Paus, van Constantijn begaeft.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Des weerelts Hooftstadt wert de Monarchy beschoren:Ga naar voetnoot5
Zoo heerschtze in Julius en Jesus erfgebiedt;Ga naar voetnoot6
Het kruys drong door, daer zwaert noch standert in kon booren.Ga naar voetnoot7
Sint Peters myter wijckt voor Cezars lauwer niet.
Hoe d'afgront brulde, om zich aen Christus stoel te wreken;Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Noch hoort men, uit Godts stoel, hier Godts orakel spreken.Ga naar voetnoot10
| |
Keulen.Ga naar voetnoot*Patrium servavit honorem. Aertsbisschoplijcke stoel, de voorste KeurvorstinGa naar voetnoot1
Van drie, juweel des Rijns, van 't Rijck en 's Keizers steden,
Geboortestadt en eer van d'oude Keizerin,
Uw stichtster, na Agrip, hoe vroom hebt ghy gestredenGa naar voetnoot3-4
5[regelnummer]
Voor 't Kruislam, sedert uw Matern, Sint Peters handt,Ga naar voetnoot5
| |
[pagina 180]
| |
U ruckte van Teutaets en Hesus woutaltaren;Ga naar voetnoot6
Getrouwe dochter van de Roomsche Kerck, ghy spant
De Kroon in Heilighdom en Godtsdienst te bewaren.Ga naar voetnoot8
Uw Kercken, in getal, op 't jaerlijx daghtal slaen.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Men ziet de zon van Rome in Keulens halve maen.Ga naar voetnoot10
| |
Antwerpen.Ga naar voetnoot*Alias inter caput extulit Urbeis.
Antwerpen liet den droom van Reus en handtol varen,
En 't werpen van de hant, aen d'oevers van het Schelt;Ga naar voetnoot1-2
Die Marckgravin des Rijcks, en Koopstadt, rijck van warenGa naar voetnoot3
Haer beurs en zenuw steef met in- en uitheemsch gelt.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Een paerle aen Flippus kroon, en zelf de kroon der steden
Van gansch Europe, en als een lamp voor 't hoogh altaer,
Verlichtze met haer' glans godtvruchticheit, en zeden,
En kunsten, en bewaeckt de lantgrens in gevaer.
Hoewel de stroom en muur en burgerwacht haer stercken;
10[regelnummer]
Haer sterckxste burgh is Godt, zijn Moeder, en haer kercken.
J. v. Vondel.
|
|