De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

[p. 807]

Op d'afbeeldinge van den E. heere Gerardus Hulft,
Geschildert door G. Flinck, toen hy stont op zyn vertreck naer Oost-Indien.aant.^*

Aldus leeft Hulft tot eer der Hasselaeren.^{vs. 1}

Ons Raethuis viel zijn moedigheit te kleen:²

Hy wou voor 't lant zich waegen op de baeren,

Daer Hollant en Britanje om 't zeerecht streên.⁴

Dat 's niet genoegh: dees zeehelt zet ons paelen⁵

Noch verder dan de Straet van Gibraltar,

Op 't heerlijck spoor der Hollantsche amiraelen,⁷

Uit liefde tot de schoone morgenstar;⁸

Daer sluit zyn hoop een nieuwe weerelt open.⁹
Wat meer? al wat een edel hart durf hopen.¹⁰

* Van 1654. Afgedrukt volgens de tekst in Hollantsche Parnas 1660, blz. 145.
Gerard Hulft, gedoopt te Amsterdam 12 Des. 1621, als een der twaalf kinderen van Pieter Evertsz. Hulft, bierbrouwer, en Balichje Pietersd. Hasselaer, gesneuveld op Ceylon 10 April 1656. Na studie in de rechten werd Hulft secretaris van Amsterdam. Toen in 1652 de Engelsen een Hollandse vloot van straatvaarders namen, waarin H. een belangrijk aandeel had, nam hij als vrijwilliger op eigen kosten dienst op 's lands vloot met 24 matrozen en streed tot 1654 tegen de Engelsen op het schip van Witte de With. Na de vrede trad hij in dienst van de O.I. Compagnie; een der redenen van zijn vertrek was, dat hij een opdracht van burgemeesteren, die in strijd was met een resolutie der Vroedschap, als onrechtmatig niet wenste uit te voeren. Bewindhebbers der Comp. stelden er grote prijs op een om zijn bekwaamheid en rechtschapenheid bekend ‘buitenstaander’ in invloedrijke positie naar Indië te zenden, om een oogje in het zeil te houden; zij gaven hem twee gesloten commissie-brieven mee, bevattende respectievelik benoeming tot Gouverneur-Generaal en tot Directeur-Generaal. De eerste zou gelden voor het geval bij zijn aankomst Carel Reyniersz. nog in functie was; de tweede, indien deze reeds was opgevolgd door Maetsuycker. Dit laatste bleek het geval te zijn en zo werd Hulft Directeur-Generaal. Maetsuycker, die in Hulft een ongewenste dwarskijker zag, zocht hem kwijt te raken. Hij werkte op Hulft's eergevoel, zodat deze toen in de strijd tegen de Portugezen op Ceylon een bekwaam aanvoerder nodig was, Hulft zich aanbood. Hij sneuvelde, ongehuwd, bij het beleg van Colombo (Nieuw Ned. Biogr. Wdb.).

vs. 1 tot eer der Hasselaeren: Hulft stamde van moederszijde af van de Hasselaars.

2 Zijn functie in het stadsbestuur was een te geringe taak voor zijn energie.

4 om 't zeerecht: om de heerschappij ter zee.

5 ons paelen: de grenzen van ons machtsgebied.

7 heerlijck: eervol, schitterend.

8 de schoone morgenstar: het verre Oosten.

9 sluit open: ontsluit (voor onze invloed).

10 durf: durft.