De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 458]
| |
Mayboom voor Joan de Wolf, en Agnes Block,aant.Ga naar voetnoot*Agnes hart lagh hardt bevrozen,
Als de Noortas, daer de zonGa naar voetnootvs. 2
Noit violen nochte roozen
Blad noch bloessem winnen kon.
5[regelnummer]
Liefde ontdoide in dit geweste
Noit de lente van haer tijt,Ga naar voetnoot6
Die men schat het allerbeste,
Waerdigh zeven jaer gevrijt.Ga naar voetnoot8
Zonder wulpsch vermaeck te zoecken,
10[regelnummer]
Sloeghze 't oogh op lof, en deught,
Hielt gespreck met stomme boecken,Ga naar voetnoot11
Stichters van haer stille jeught:
Van de weerelt afgescheiden,
In haer kamer en vertreck,
15[regelnummer]
Schuwdeze al die stricken leiden
Voor een stilte, zonder vleck.Ga naar voetnoot16
Minnen, Jawoort, bruiloft, huwen
Vlootze, als Spinnen, en venijn.
Konnen maeghden feesten schuwen,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Daerze toe geschapen zijn?
Kan een maeght de Liefde haten,
Die haer' oirsprong neemt uit Godt,
En de menschelijcke statenGa naar voetnoot23
Onderhoudt door 't hylixlot?Ga naar voetnoot24
| |
[pagina 459]
| |
25[regelnummer]
Deze spruit kan niet begrijpen
Hoe men dwael van 's vrydoms streeck.Ga naar voetnoot26
Om dien diamant te slijpen
Valt een diamant te weeck.Ga naar voetnoot28
Niemant durf van vryen momplen.Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Wie dit opwerpt, blijft verdacht,
Dat hy haer wil overromplen,
Zooze sluimert op de wacht.
Toenze in slaep viel, daer de boomen
Ruischen langs de cingelgracht,
35[regelnummer]
Hadze eens angstigh leggen droomen,Ga naar voetnoot35
Hoe een WOLF, by doncker nacht,
Haren schoot een LAM ontruckte,Ga naar voetnoot36-37
En verslont 't onnozel Lam.
Denck eens hoe de Maeght dit druckte,
40[regelnummer]
Eerze 't loos bedrogh vernam.
Evenwel dat droomen plante
Diep een voetspoor in haer' zin,Ga naar voetnoot42
Schoonze zich hier tegens kante,
Zomtijts meer, en zomtijts min.
45[regelnummer]
Als de rechte wedergade,
Die nu aen haer zijde zit,
Smeecken quam om haer genade,
Dochtze weêr: wat droom is dit?
Ay, wat onrust komtme quellen?
50[regelnummer]
Ziet de WOLF naer Lammers uit,
Die men uit mijn' naem kan spellen?Ga naar voetnoot51
Wat of 't voorspoock nu beduit?Ga naar voetnoot52
Wegh, ghy wolven, leeuwen, beeren:
Laet d'onnozelheit in rust:
55[regelnummer]
Gaet in 't wilde woudt verkeeren.
Eenzaem leven is mijn lust.
Om haer hardtheit te verzachten,
En te temmen 't schuw gemoedt,
Vloeide een star in haer gedachtenGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
Met een' minnelijcken gloet.
Vryer, laet dit vier niet dooven,
Datghe uit AGNES oogen schept,
| |
[pagina 460]
| |
Nu ghy zulck een star daer boven
Aen den rijcken hemel hebt.
65[regelnummer]
Zie haer' boezem reede ontlaten.Ga naar voetnoot65
Zie hoe 't ys om 't hart versmelt;
Hoeze luistert onder 't praten,
Door een minnelijck gewelt,Ga naar voetnoot68
Meer en meer tot u genegen.
70[regelnummer]
Wanhoop niet aen uw geluck:
Want ghy vrijt niet zonder zegen.
Blyschap kroont al 's minnaers druck.
Entlijck bint hyze aen de schakel
Van zijn tong, gelijck zijn Bruit,
75[regelnummer]
En dat langh gewenschte Orakel
't Jawoort zuchtze al steenende uit.
't Is nu uit met al het weigren,
En ontveinzen, 's vryers kruis:Ga naar voetnoot78
Zie het Bruigoms hart nu steigren.Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Hy verwacht de Liefste t'huis.
Op 't gezegende verovren
Van dat zuivere KasteelGa naar voetnoot82
Stroit de May zijn groene lovren;
Vlecht de May een bloemprieel,
85[regelnummer]
Voor de blakende echtgenoten,
Voor het overtrouwe paer,
Dat in vriendelijcke lotenGa naar voetnoot87
Aen zal winnen, jaer op jaer.Ga naar voetnoot88
Laet uw min nu adem halen,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
Schoone Bruit en Bruidegom,
Op 't gezang van nachtegalen:
Gaet in 't bruilofts heilighdom,
En vermeerdert d'Amsterdammers,
In het minnende saizoen:
95[regelnummer]
Mengt de Wolven en de Lammers,
's Winters zomers even groen.Ga naar voetnoot96
|
|