Lyckzang over den Heer Kasper van Baerle, Professor t'Amsterdam.aant.Ga naar voetnoot*
MUSA VETAT MORI.
In rouwe, en schreit een Hengstebron
Apollo treet zijn lauwerkroon
5[regelnummer]
Met voeten, en verteert, en smilt
Zijn goude stralen nederleit
10[regelnummer]
Een Godt stort nimmermeer een traen,
Op Pindus toppen opgevoedt.
Nu zwijght de honighzoete tong
Des nachtegaels, die eeuwigh zong,
15[regelnummer]
En quinckeleerde 't heele jaer;
En orgels mengde met zijn keel.
20[regelnummer]
Begint te quijnen, en leit kranck
Voor over op dien kouden zerck.
| |
De werelt valt te kleen, en aêm
25[regelnummer]
En leven schept uit 's Dichters stof;
Waer eenigh Rijck of Vorstenhof
Zoo lang hy luit of trommel slaet.
Ons Hollandt mist zijn Zanggodes,
In 't eene lijck. Helaes, hoe noo
35[regelnummer]
Men houwe 'r, in een' lauwerkrans,
Dees letters op, ten roem des mans:
|
-
voetnoot*
- Van 1648. Afgedrukt volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger: Bibliographie, nr. 456).
Kasper van Baerle (1584-14 Januarie 1648), professor aan het Athenaeum Illustre, beroemd als Latijns dichter en bevriend met Hooft (vgl. Dl. 3, blz. 398). Musa vetat mori: de Muze verbiedt (hem) te sterven, d.w.z. zijn kunst maakt hem onsterfelik.
-
voetnootvs. 1
-
de gansche Helikon: Apollo met de Muzen, die de Helicon bewonen.
-
voetnoot2-3
-
een Hengstebron van tranen: de Hippokrene, de bekende bron bij de Helicon. Deze hyperbool is ingegeven door de retories-gezwollen beeldspraak van Van Baerle's Latijnse poëzie. Vgl. evenwel: 'Schrey Cederbeken en Jordanen' in Salomon, vs 1673.
-
voetnoot7
-
Den vader: Apollo, die als zonnegod goude stralen (vs. 8) heeft.
-
voetnoot9
-
herboren Klaudiaen: Van Baerle, in wie de geest herleeft van de Latijnse dichter Claudianus (vgl. hiervóór, blz. 245).
-
voetnoot11
-
't En zy: tenzij; bloet: verwantschap, familie.
-
voetnoot16
-
teorb: de theorbe, een grote luit; cimbel: een driehoekig snaarspeeltuig (Ned. Wdb. III, 2039). Van Lennep meent dat met deze vier instrumenten achtereenvolgens de Hebreeuwse, Griekse, Latijnse en Nederlandse melodieën bedoeld zijn, als aanduiding dat hij in al die talen dichtte.
-
voetnoot19
-
Tempe: het bekende liefelike dal in Thessalië.
-
voetnoot22
-
bekrompen perck: klein bestek, kleine oppervlakte.
-
voetnoot23
-
Begrijpt: bevat; wiens faem: voor welks roem.
-
voetnoot30
-
Aristotels wijze les: de onderrichting van deze grote wijsgeer.
-
voetnoot31
-
Hippokraet: beroemd Grieks medicus. Van Baerle wordt zo genoemd, omdat hij na zijn afzetting als Remonstrants predikant ook in de medicijnen gestudeerd had en te Caen de doctorstitel verwierf; Cicero: wegens zijn Latijnse welsprekendheid.
-
voetnoot37
-
neffens Hooft: Hooft was het vorige jaar in dezelfde Nieuwe Kerk begraven.
-
voetnoot38
- Hun gezamenlike roem en hun vriendschap worden door de dood niet vernietigd.
|