De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

Uyt Lucanus.aant.^*

De Vryheit en haar zonne-schijn,
Week over Tigris, en den Rijn:
En zy, (die wy soo dickwijls zochten,
En met den hals en 't leven kochten,
Gelijck een schat voor Duitsch en Scyth)^{vs. 5}
Schelt Rome nu voor eeuwich quijt.⁶

En een weinig daar na.

Van zoo veel volken, als de dach
Door Koningen regeeren zach,
Zijn wy de leste, die voortaan
Zich schaamen, onder hen te staan.

* Van (of vóór) 1647. Afgedrukt volgens de tekst in I.V. Vondels Poesy 1647 II (beide delen), blz. 82. Vertaald uit Pharsalia VII, 433-35: zie de Latijnse verzen in de Aantekeningen (achterin dit deel).
Lucanus (39-65 na Chr.) bezong in zijn Pharsalia de burgeroorlog tussen Caesar en Pompejus.

vs. 5 Duitsch: Germaan.

6 Schelt Rome quijt: wil van Rome niets meer weten.
De laatste vier verzen vindt men Pharsalia VII, vs. 444-45.