De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendUyt Hugo de Groot, Aen Thuanus.aant.aant.Ga naar voetnoot*Vertaalt door I.v. Vondelen.Door-lees met yver reys op reys het heylig boeck,
Dat klaar is voor een vroom en oprecht ondersoeck;
Zie naerstig van onse eeuw te rug, na d'oude jaren,
Toen d'eerste Godsdienst slecht en recht en onervarenGa naar voetnootvs. 4
5[regelnummer]
Noch geene konst verstreckte: Toen's oorlogs onbescheytGa naar voetnoot5
En Helsche staat-sucht noch met geen GodvruchtigheytGa naar voetnoot6
Verbloemt wiert: Toen Godts wet tot betring kort begrepen,Ga naar voetnoot7
Alleen niet was bekent den Leeraar scherp geslepen,Ga naar voetnoot8
Maar self 't gemeene volck: toen 't vinnig School-krakeelGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Geen zaat tot scheuring zaayde om nodeloos verscheel;
Maar elck om strydt beminde, en met een geest gedreven,Ga naar voetnoot11
De waarheyt staande hielt, oock met gevaar van 't leven,
En niemant socht uyt haat te storten yemants bloet.
I.v.V.
|
|