De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 242] [p. 242] Op Jacobus Arminius, In sijn leven Professor der H. Godtheidt, tot Leiden.aant.Ga naar voetnoot* Dits 't aensicht van Armijn, die 't zy hy schreef of sprak, Het heiloos noodlot van Kalvijn gaf sulk een krak,Ga naar voetnootvs. 2 Dat Lucifer noch beeft voor 't dondren van syn lessen: En d'Afgront zwoegt en zweet om 't stoppen deser bressen.Ga naar voetnoot4 5[regelnummer] Stil kraam-vrou, sprak hy, stil, scheit vry gerust van hier: God werpt geen zuigeling in 't eeuwig helsche vyer.Ga naar voetnoot5-6 voetnoot* Van (of vóór) 1647. Afgedrukt volgens de tekst in I.V. Vondels Poesy 1647 II (beide delen), blz. 69. voetnootvs. 2 heiloos: spelling voor heilloos: het leerstuk van de praedestinatie; een krak: wegens de vernietigende bestrijding. voetnoot4 d'Afgront: de Hel; om 't stoppen deser bressen: om de daardoor geslagen bres te stoppen. voetnoot5-6 Zinspeling op Vondel's Decretum Horribile (zie Deel 3, blz. 346). Vorige Volgende