Voor de Vierentwintigh.
Op de wijse: Brande Partinice.
Hadt hy Hollandt dan ghedragen,
Tot sijn afgeleefde dagen,
Was in d'aders schier verstorven:
| |
Suchten: Wat kan ons vernoegen
Och, hoe knaecht een eeuwigh wroegen
|
-
voetnoot*
- Van omtrent 1631? (Vergelijk voor de datering de Aantekeningen achterin dit deel). Afgedrukt volgens de tekst van de uitgave in plano, zonder Vondels naam verschenen. Unger: Bibliographie, nr. 747.
In de titel: Geuse Vesper: Geuzen: Calvinisten. - Vesper: in de oude betekenis (avonddienst). Vondel denkt aan het plechtig avondgebed, dat de dag besluit, en waarbij men, inkerend tot zich zelf, zijn zonden bedenkt. Hij past dat toe op het einde des levens. - Siecken-Troost slaat hier op de siekentroost, achter de oude Bijbels gedrukt: een reeks bijbelteksten, bestemd om aan de stervenden voorgelezen te worden, zo mogelik door een predikant, om de mens tot inkeer te brengen. Ironies bestemt Vondel deze ziekentroost voor de gewetenszieke rechters van de Lands-Advokaat. - In 1650 veranderde Vondel de titel in Krancke troost, waarin een woordspeling schuilt (kranck: zwak). - De wijze Brande (een soort dans) Partinice, is niet meer bekend.
-
voetnoot5
-
't meyneedigh swaert: in dienst van een vonnis, willens en wetens geveld in strijd met de wetten des Lands (vgl. Palamedes vs. 1850); te laven: het zwaard wordt als bloeddorstig voorgesteld.
-
voetnoot7
-
kray en raven: (enkelv. vorm): de vogels die op de lijken azen; hier voor de rechters, die een honorarium van ƒ2400 onvingen, betaald uit de onrechtmatig verbeurd verklaarde goederen van Oldenbarnevelt.
-
voetnoot13
-
de Pistoletten: Spaanse muntstukken. Oldenbarnevelt werd in pamfletten valselik beschuldigd, als landverrader Spaans geld te hebben aangenomen.
-
voetnoot15
-
Wtgestroyt: slaat terug op Pistoletten (eig. op het gerucht dat die Pistoletten aangenomen waren).
-
voetnoot16
- om de bestaande afkeer onder het volk te verscherpen.
-
voetnoot19
- eenmaal vol grimmigheid, nu tot rust gekomen.
-
voetnoot23-24
- 't Zeggen was, weinige jaren na de terechtstelling reeds, dat verscheidene hunner van berouw en wroeging geplaagd en gepijnigd werden (vgl. Brandt's Historie van de Rechtspleging van Joh. van Oldenbarnevelt blz. 196-202).
-
voetnoot25
-
Weest te vreen: Kalmeert u; haelt Predikanten: om u de Sieckentroost te doen voorlezen.
-
voetnoot27
-
Dortsche santen: heilige mannen, doorkneed in de Dordtse leer.
-
voetnoot29
-
kloppen: n.l. ‘aen de deure onser conscientie’ (Kanttekening bij Openb. III, 20).
-
voetnoot30
-
Met sijn Woort: de bijbelteksten van de Sieckentroost, die hun de begane zonden te binnen zouden brengen.
-
voetnoot31
-
wellen: zijn plaatsen in de bodem, waar bij het graven voortdurend water opborrelt. De eigenlike bron van hun zieleangst, die uit het bedrijven van die moord voortkwam, kan door niemand gestopt worden.
-
voetnoot33
- De laatste strofe wordt in 't algemeen gesproken tot hen die zich met die rechters solidair rekenen; echter: in 't vervolg.
-
voetnoot36
-
afbijt: knaagt aan. Uit dit vers heeft men willen afleiden dat het gedicht ontstond, nadat in 1626 een der rechters, de gehate Dordtenaar Muys van Holy, gestorven was, omtrent wiens dood allerlei verhalen liepen, o.a. dat hij door wormen zou zijn verteerd (vgl. P. Leendertz in Tijdschr. v. N.T. en L. XXXV, blz. 19-vlg.). De knagende worm kan echter ook een bijbels beeld zijn (vgl. Marcus IX, 44).
-
voetnoot37
-
Schent uw' handen....: schandvlek uw handen niet, sla uw handen niet op schandelike wijze aan; Vaders: bestuurders van het gemenebest.
|