De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

[p. 485]

Op Meester Ioan Pietersen Sweling,
Phoenix der Musijcke, en Orgelist van Amsterdam.aant.aant.aant.^*

Dit 's Swelings sterflijk deel; ten troost ons nagebleven;
'tOnsterflijk hout de maat by Godt in 't eeuwig leven;
Daar streckt hy, meer dan hier kon vatten ons gehoor,
Een goddelijcke galm in aller Englen oor.^{Vs. 4}

* Waarschijnlik van 1624. Afgedr. naar de tekst in I.V. Vondels Verscheide Gedichten; CIƆIƆ C XLIV, blz 136.
Joan Pietersz. Sweling of Sweelinck uit 'n geslacht van muziekale kunstenaars. Zijn vader Pieter Sweelinck, hij zelf, en zijn zoon Diederick (zie twee gedichtjes van Vondel van 1646 of 1647 en 1652) waren organisten van de Oude Kerk d.i. de St. Nicolaaskerk in Amsterdam.
Jan Pietersen is geboren omtrent 1562 en gestorven in 1621, en in de Oude Kerk begraven. Hij is de leermeester geweest van vele beroemde Duitse organisten, en was een der meest welkome gasten in Hooft's Muiderkring.

Vs. 4 galm: muziek.