Van AEgir tot Ymir. Personages en thema's uit de Germaanse en Noordse mythologie
(2000)–A. Quak, Paula Vermeyden– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 165]
| |
Sinthgunt.In de ohd. Tweede Merseburgse Toverspreuk, een spreuk in een 10e-eeuws handschrift in de bibliotheek van Merseburg (Duitsland), worden naast Wodan ook een verder onbekende godheid met de naam Phol en enkele godinnen genoemd: Sinthgunt, de zuster van Sunna (= Zon), en Frîja, de zuster van Uolla. De spreuk vertelt dat Phol en Wodan door een bos reden en dat Wodans paard zijn voet verstuikte. Daarop spreekt eerst Sinthgunt en dan Frîia een spreuk over de poot van het paard uit. Maar pas als Wodan zelf zich er als derde en vermoedelijk hoogste god mee bemoeit wordt het dier genezen.
De spreuk uit Merseburg is, ondanks zijn heidense inhoud, waarschijnlijk bewaard gebleven omdat hij werd gezien als een spreuk met genezende werking. Paarden waren nu eenmaal belangrijke dieren en het handschrift bevat behalve de twee Oudhoogduitse spreuken een groot aantal Latijnse zegenspreuken. Frîia is misschien dezelfde als de Scandinavische »Frigg, Sunna de tegenhanger van de Noordse Sol en Volla die van de Noordse Fulla (»Asen). De identiteit van Phol heeft men tot nu toe evenmin als die van Sinthgunt kunnen achterhalen. Sinthgunt, in het handschrift ‘Sinhtgunt’, wordt slechts hier genoemd. Het is nog niet gelukt de naam bevredigend te verklaren. Gutenbrunner 1965; Schröder 1953. Afbeelding van het handschrift van de Merseburgse Toverspreuken
|
|