Confusion de Confusiones
(1939)–Joseph de la Vega– Auteursrecht onbekend
[pagina 53]
| |
Opdracht aan den Hooggeboren Heer Duarte Nunez da CostaMijnheer,
Daar de handelingenGa naar voetnoot1) de begrippen der rhetorica verluchtenGa naar voetnoot2), spreekt het vanzelf dat ik, als beoefenaar der rhetorica, tracht mijn vernuft te doen schitterenGa naar voetnoot2) door aan UEd. een verhandeling op te dragen over de ActiesGa naar voetnoot1). Die van UEd. zijn steeds zoo voortreffelijk gebleken, dat de mijne, aangezien ze hun vertrouwen baseeren op een toegewijde en oprechte genegenheid voor UEd., Uw bijval niet onwaardig zullen zijn. De waarheid, zooals UEd. weet, schilderde men naakt, en zoo zal het U niet verwonderen, dat U eenige onopgesmukte Samenspraken worden aangeboden, die een eenvoudig en kort begrip van waarheden zijn. Er is wel geen wijsgeer geweest, die het leven niet bij een zee heeft vergeleken en nu het arme scheepje van mijn vernuft zooveel stormen op derzelver baren heeft doorstaan, is het niet te verwonderen, dat het een paradox op de schipbreuk wil maken, n.l. door er op te roemen, dat zijn grootste geluk is, de kustGa naar voetnoot3) te bereiken. Ten kosteGa naar voetnoot4) van mijn andere bezigheden beveel ik deze armzalige pennevrucht in de welwillende aandacht van UEd. aan, met den wensch dat, gelijk zij de dankbaarheid tot wieg had, zij de instemming als grafurn mag waardig zijn. Ik weet heel goed, dat het actiënspel een labyrinth is en dat de labyrinthen van Kreta geschikter zijn voor een omzichtigen Daedalus dan voor een roekeloozen Ikarus, maar de verplichting die ik heb, schrijft voor, dat de bewegingen van mijn erkentelijke penGa naar voetnoot5) geen andere aanmoediging moeten zoeken dan die van UEd. Als PascaroGa naar voetnoot6) wijd ik UEd. die (scil. pennen), welke de Liefde mij schonk om er haar wieken mee te tooien, en vol | |
[pagina 54]
| |
erkentelijkheid leg ik aan Uwe voetenGa naar voetnoot1) de ideeënGa naar voetnoot1) neder, die mijn hart mij aan de hand deed, om zijn opwellingen te vereeuwigen. Deze handel wordt algemeen ‘spel’ genoemd, en ik beweer, dat dit spel het Hombre is, omdat allen er ‘hombres’Ga naar voetnoot2) bij wenschen te zijn, of omdat allen om den inzet spelen, of wel omdat bij dit spel de spadilleGa naar voetnoot3) zooveel waard is, of omdat sommigen wel iets van matadorsGa naar voetnoot4) hebben, of om het belang dat de koningenGa naar voetnoot5) er hebben, of ook omdat iedere popGa naar voetnoot6) een schat en elke kaartGa naar voetnoot7) een troef kan zijn. Indien derhalve, wie bij dit spel het meest rooft, ook het meest wint, hoe zou ik dan niet aan mijn eigen werk de uren ontrooven, als ik denk met dien diefstal iets vermakelijks te winnen? UEd. gelieve derhalve, in Uw grootmoedigheid, dit vriendenoffer, vrucht van mijn waken, aan te nemen, en ervan overtuigd te zijn, dat ik ben, en bij voortduring zal blijven, van UEd. de trouwe vriend en dienaar, die Uw hand kust, Don Josseph de la Vega
Amsterdam, 24 Mei 1688 |
|