Briefwisseling oor Kaapse sake 1778-1792
(1982)–Hendrik Swellengrebel jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 296]
| |
XLIII H. Cloete aan Swellengrebel,
| |
[pagina 297]
| |
vond men grijs en gelijk die van een os doch wat grooter. Een tamelijk lange staart die van verre na een paarde staart gelijkend, doch van nabij beschouwd zijnde, bevond men dat hij vleesachtig en met kort hair bezet was, en aan het ent een witte quast ter groote en ronde van een appel. de hoeven waaren rond als dat van een paard, egter van onder gespleetene klaauwen even als de runderen, gelijk de testicules ook als die der tamme Bulle bevonden wierden. Dit zoo zeldzaam dier is geschooten tusschen de zogenaamde tafelberg en de zeekoe rivier, geleegen Circa 16 dagen rijens van de Camdebo die van de Caab omtrent een maand rijdens met een ossewagen geleegen is. Verscheide Ingeseeten en Hottentotten getuigen, dat zij datzelve dier met een hoorn voor den kop op honderden van rotsen en steene door de Bosjesmans hebben afgeteekend gezien. Terwijl nu onder de geleerden noch in geschil is of het Een hoorn ooijt g'existeerd heeft of niet,Ga naar voetnoot7. heb ik gemeend UWEd. dit beright te moeten toezenden, mogelijk zal dat veel ligt bij zetten, dewijl men hier in 't minst niet meer twijfeld, of dat dier word waarlijk in deeze Uythoek gevonden. Zoo er Liefhebbers gevonden wierden die een praemie wilden stelden, op een huyd in zijn volle gedaante, zoude ik wel willen aanneemen er een te bezorgen, onder voorwaarden dat die praemie g'evenreedigt moest zijn aan de moeyte en kosten, die tot zulk een verre reijze benodigt zijn. Cabo de Goede Hoop den 8 April 1791
Hk. Cloete |
|