XXX J.F. Baron van Plettenberg aan Swellengrebel,
Leeuwarden 26.11.1785Ga naar voetnoot1.
Wel Edele Gestrenge Heer en Geagte Vriend!
Ter nakoming mijner belofte zende Ik Uw hier nevens mijne Memorie, en naschrift, over de Caap,Ga naar voetnoot2. daar er thans eene directe Scheeps geleegentheid, van hier na Utrecht, aan handen is: beoordeelt dezelve niet met een all te scherpziend oog, en stelt Uw in mijn plaats doen ter tijd: de eenigste Man uit den Burgerstant, met welken er over hebbe gesprooken, en aan wien de Lecture hebbe toevertrouwd is geweest den Oud Burger Raad en Capitein der Cavalery, Jan Meindertsz Cruywaegen,Ga naar voetnoot3. bij Uw bekend. Ik dagt dat hij een der raisonnabelste en onpartydigste der Burger Patriotten was, en hy heeft my ook redelijk wel voldaan, dewijlen het object der Rang hem gansch niet onverschillig was.
Groote reedenen van Contentement hebbe Ik niet van de Heeren XVII als wagtende nog na het besluit mijner belasting:Ga naar voetnoot4. hoe ongaarne ook, zal Ik genoodzaakt zijn mijn Regt in Judicio Contradictoire te zoeken als men resolveerd my in alle billykheid geen verkleening te geeven. dog tot dit middel zal Ik niet koomen als wanneer zie dat alle andere vrugteloos zijn.
Goddank intuschen dat Ik er zoo verre van af ben, daar het my thans eene harde zaak zoude zyn eene Maatschappy te dienen, waar van de handelwyze my zoo zeer teegens de borst is, dat byna berouw kryge haar als een eerlyk man te hebben gediend.
Mynen dienst in deze Noordelyke Gewesten aanbiedende, onderschryve Ik deezen als UWelEGestr. Ond. dienaar
J.V. Plettenberg
P.S. Dit exemplaar, het eenigste dat my overschiet, was geschikt voor den advocaatGa naar voetnoot5. voor wien de Marginalen ook moesten dienen. dog Zyn