Briefwisseling oor Kaapse sake 1778-1792
(1982)–Hendrik Swellengrebel jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 181]
| |
XXIII Swellengrebel aan W. van Irhoven van Dam.Ga naar voetnoot1.
| |
[pagina 182]
| |
accresceerde moest dit gradatimGa naar voetnoot6. verminderen, vooral nadat de Compagnie de prijs van het koorn en wijn wel heeft verlaagd, dog niet blijven voldoen aan hare belofte om alles te sullen aannemen, wat er kon geleverd worden, niettegenstaande sij al de prijs van hetgeen van hier tot de landbouw nodig werd overgevoerd verhoogde. Door den aankomst van een groter getal vreemde schepen dier natien, welke sterker op O. Indie hebben beginnen te varen, heeft men het nog al soo wat gaande gehouden, vooral soo lang men met voordeel een goed getal jonge colonisten verder in de colonie in de vee fokkerij kon emploieren. Maar dit hadt ook al weer sijne bornes. Ook hebben de oorlogen tusschen de Franschen en Engelschen sederd de laatste veertig jaren nu en dan een extraordinair debiet gegeven, maar daar dat niet dan wisselvallig was, hebben gemeenlijk minvermogende colonisten, die gelijk men segd van de hand in de tand moeten leven, en hunne producten veeltijds reeds vóór dat meerder vertier hadden te gelde gemaakt, hier van selden veel kunnen profiteren. (eene reden, in het voorbijgaan, waarom de groote misnoegdheid aldaar tot tot nu toe niet soo seer onder de vermogenste colonisten eclateerd). Dus heeft reeds sederd een geruime tijd een algemene welvaart geen plaats kunnen hebben voor de Landbouwers; En evenmin voor de Burgers aan de Hoofdplaats, alwaar gene fabricque, en dus de ressources om behoorlijk te kunnen bestaan niet different noch menigvuldig genoeg voor een groot getal Ingesetenen sijn. Hoe seer nu iemand met de best mogelijke intentie zich als Hoofd dier colonie mogt laten emploieren, en reusseren om door het wegnemen van temporele en personele beswaren het tegenwoordig ongenoegen te stillen, staat hij egter bloot om een onaangenaam bestier te hebben, soo ras door het gemis van een behoorlijk vertier de landman sijne producten niet behoorlijk kan te gelde brengen. Indien men self dat fraai menschlievend Systema wil pousseren, de colonie aan de Caab moet niet groter worden, diend men middelen te beramen om zig van het overtollige getal van Inwoonderen te ontdoen, en de verdere propagatie te beletten, of men moet sijne Europesche ondersaten weder tot oude barbaarscheid brengen en in 't veld onder de Hottentotten en Kaffers laten leven. Soo sij sig al nog langer soo lankmoedig sullen laten leiden. Dewijl de Heer, die sig bij UWelEd. heeft geaddresseerd, een lid der Regeringe uit ene der aansienlijkste Steden van Holland is, kan Sijn Ed, naar mijn begrip, sijne verdienstelijke pogingen in de eerste plaats niet beter inrigten, dan om uit te werken dat men met ernst de gesteldheid dier colonie naargaat, en wanneer men vind dat zij reeds te veel bevolkt | |
[pagina 183]
| |
en te ver uitgebreid is om op den tegenwoordigen voet een genoegsaam bestendig vertier harer producten te hebben, dat men middelen berame om haar daar toe sulke bequame wegen te openen, als de andere belangens der Compagnie sullen kunnen toelaten. dese wegen te vinden is, naar mijn oordeel, niet onmogelijk; maar vooral diend er soodanig een ondersoek te geschieden; sal een weldenkend opperhoofd de vereischte securiteit hebben dat men een gemaakt plan behoorlijk sal poursuiveren. Het ambt van Gouverneur is een aanzienlijke post. De Bewindhebberen hebben aan zich de directie der Caabsche colonie direct gehouden, sonder se even gelijk andere harer etablissementen te stellen onder de behering der hoge Regering van Indie. Egter heeft hij vele relatie tot die Indische regering, soo door de expeditie der uit en t'huis komende O.I. schepen, als ten opsigte der eisschen van provisie voor Indie en ontvangst der O.I. waren, die voor rekening der Comp. aan de Caab worden verkogt. Ja self meen ik moet de rekening van dit gouvernement naar Batavia en vandaar onder de generale rekening herwaards overgesonden worden.Ga naar voetnoot7. Ook valt er van de Justitiele saken beroep op den raad van Justitie te Batavia, en heeft de Gouverneur wel de approbatie der criminele vonnissen, dog moet in cas van disapprobatie de stukken oversenden aan voorn. raad, naar welker vonnis men sig reguleert. Voorheen plagten de repatrierende Raden van Indie commissarissen aan de Caab te sijn, ondersoek op den toestand der colonie te doen, en er enige nieuwe schikkingen voor te schrijven, dog dit is sederd enige jaren in onbruik geraakt; egter gelove ik dat een Governeur Generaal van Indie er bij zijn aanwezen vrij wat pouvoir sou oeffenen. Door het passeren van soo vele schepen van verschillende natien diend de Gouverneur een man van oordeel te sijn, te meer daar de Compagnie even gelijk andere Collegien hare orders juist niet seer duidelijk en omstandig uitdrukt, maar veel gelijk men segd, aan soldaat- en zeemanschap overlaat. In sijne besigheden word hij geadsisteert door een Politicque Raad, bestaande uit den Secunde of Hoofdadministrateur, de fiscaal, het Hoofd der militie en voorts uit 4 à 5 Dienaren, die gemeenlijk enige administratien hebben, daardoor in een grote graad dependeren van de Fiscaal, Hoofdadministrateur en Governeur en van wien men dus de cordaatheid niet volstrekt kan verwagten, welke een weldenkend opperhoofd wel soude mogen wenschen in de hulp sijner mederaden,Ga naar voetnoot8. en eer vinden in | |
[pagina 184]
| |
de independente colonisten. Hij heeft onder sijne beheringe een seer weid uitgestrekte colonie van Landbouwers, die alleen koorn, wijn, boter en diergelijke mondbehoeftens telen en zich met de veefokkerij generen. Hij behoord een vlug mensch te sijn om degelijk voor het oeconomicque derselver en de belangens der Compagnie behoorlijk te zorgen, te meer daar sijne residentie aan een uithoek en dus verre van de binnen waards gelegene landen is bepaald, hier door is ook de Policie, vooral in die Districten gandsch niet in een goede orde, het geen er niet op sal verbeteren, soo men de colonist zich verder aan een wild veldleven laat gewennen. SijneGa naar voetnoot9. inkomsten sijn niet groot genoeg om een Indiesch Capitaal over te winnen sodat hy sonder voor inhalig te passeren op niet veel boven een seer honorabele levenswijse kan rekenen, te meer daar de luxe er nu mede al vrij sterk heerscht, en dan nog sou ik bij het ambieren van soo een post liever ineens een vast tractement 's jaarlijks bedingen, dan mijne inkomsten trekken uit emolumenten, die veeltijds tot beswaar der colonisten strekken, en bij het minste ongenoegen ligt hatelijk worden. Met dese generale schets hoop ik UWelEd. vraag bij provisie beantwoord te hebben, dewijl het naar mijn oordeel iemand, die sodanig eene bediening niet uit geldzugt, maar om tot een wezendlijk nut te kunnen verstrekken, soude ambieren, in de eerste plaats moet interesseren, welke maatregulen men in dese criticque omstandigheden der colonie sal willen nemen, ten einde te kunnen naargaan, in hoeverre hij aan dat oogmerk soude kunnen voldoen. Indien UWelEd. egter nadere informatien begeerd, ben ik bereid ze, voor soo veel ik weet, nader te detailleren. UWelEd. gelieve daaromtrend geen scrupules te maken, mijne besigheden zijn zoo menigvuldig niet, of sij permitteren mij dit seer wel, vooral wanneer ik daar door soude kunnen medewerken om de bestiering van een colonie, waar aan den vaderlande soo veel gelegen legd, in de beste handen te doen stellen. Maar liefst detailleerde ik dese informatien bij monde, indien UWelEd. mij eens volgens belofte wilde komen besoeken. de reis van Amsterdam naar Utrecht is in dit somer saisoen in een halven dag met de schuit seer gemakkelijk gedaan, en van daar naar hierGa naar voetnoot10. toe in ene paar uuren met een rijtuig, het geen ik UWelEd. buiten enige incommoditeit voor mij kan toesenden. Uwe besigheden maken bij UWelEd. de tijd minder onverschillig dan bij mij: ik neme aan het UWelEd. vrijelijk te sullen seggen, wanneer ik eenig het minste beletsel mogt hebben. In die verwagting dan betuige ik steeds met de oprechtste gevoelens te sijn. |
|