Briefwisseling oor Kaapse sake 1778-1792
(1982)–Hendrik Swellengrebel jr.– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
XV J.A. Baron van Plettenberg aan swellengrebel
| |
[pagina 120]
| |
Menschen en Broeders te erkennen, daar het woord Heiden de Leuse schijnt te zijn, waarop men meent de meugen doordraaven, en sijne wraaklust, often hebsugt, den ruimen teugel te vieren, evenals de oude Jooden gemeent hebben alle Inwooners van Canaan te meugen vernielen, soodra het Anathema er over was uitgeroepen, van welke daad UWE.-Gestr: mij wel sal willen vrijhouden, daar ik geene boovennatuurlijke sending in mij gevoele tot het doen van sulk een Stap, ofte geeven van eene Ordre die niet kan worden gedefendeert als met het vertoonen van eene Commissie die Israels Leidslieden moeten gehad hebben, dog nu niet meer gegeeven word. Ik laate dus ook de verantwoording daarvan oover aan degeene, die het feit hebben uitgevoerd, die moogelijk een te laat naberouw in haar binnenste sullen gevoelen, soo niet alle denkbeelden van regt en billikheid door het Brandijser van Intrest sijn toegeschroeid.
Ik hebbe uit UWEGestr. aanschrijvens niet kunnen merken dat deselve toen ter tijd onderrigt was van de Resolutie die men in de XVII, provisioneel, oover de Caabsche Zaaken hadde genoomen,Ga naar voetnoot12. en daar dezelve met het Cachet van Secretesse gesegeld is, kan ik daarvan anders niet melden als dat de mij opgelegde Last en Commissie moeijlijk te executeeren sal sijn, en mij moogelijk wel vijanden sal maaken, dog het een en ander word vergoed door de bijsondere blijk van vertrouwen, welke men in Patria op mij gelieft te stellen, welken te bewaaren steeds mijn toeleg sal sijn, alwaarom na vermoogens tragten sal aan de verwagting te beantwoorden. De Heer O ...Ga naar voetnoot13. sal UWEGestr. bij geleegentheid wel nader hierover informeeren, soo wanneer bij sig selven daartoe vrijheid vint, die mij meede de reedenen heeft geschreeven, waarom de saak niet is uitgevallen ingevolge het planGa naar voetnoot14. dat UWEGestr. wel ten gemeenen nutte en vermijding van alle Eclat, met de CommissarissenGa naar voetnoot15. hadde gemaakt, en het welk door eene qualijk geplaatste protectie van den AdvocaatGa naar voetnoot16. verijdeld is geworden, die mogelijk naderhand te laat sal gesien hebben dat wat al te ijverig was geweest, te meer daar ik seeker ben dat het gedrag van | |
[pagina 121]
| |
zijn Neef geensints sijne goedkeuring wegdraagt, en hij met leedweesen verneemt de weinige agting en aansien die deselve generaliter alhier verworven heeft. Artoijs heeft mij bedroogen, want aan mij bij desselfs Vertrek, sonder daartoe gevergd te zijn, gesegd hebbende dat sig met de Burger Zaaken van hier in Europa niet dagt te bemoeijen, als alleen hetgeenen Jan SmithGa naar voetnoot17. quam te raaken, van wien erkende een speciale procuratie te hebben ontfangen, heeft hij meede in alles de hand, en ik merk niet dat hij de zaak van Smith bijsonder behartigd, welke dubbelhartigheid ik niet van hem verwagt hadde, en over het geheel doet het mij leed dat de menschen die dat spel aan de Gang hebben gebragt voor een groot gedeelte van te slegten Allooij sijn, dan dat men om dezelve veel sou willen doen, sooals mij uit de Register der Inteekenaaren gebleeken is, en dat soo weinige van de eerste en voornaamste Ingeseetenen sig er meede hebben willen bemoeijen.Ga naar voetnoot18. Dog onse Republiek heeft wel voor deesen ook gesien, dat de beginselen van eene verandering bij het Jan Hagel sijn begonnen, als wanneer de Matadoors agter de schermen saaten.Ga naar voetnoot19. Als ik op de een of de andere wijse meter tijd het Gouvernement koome te doen vaceeren, sal men voorsigtig in de Keuse moeten sijn, en vooral sorgen dat geen gebieder na herwaards worde gesonden die het Gouvernement aanmerkt als een Middel ter Redresseering eener gedelaboreerde finantie, en de Compe. diende denselven, beneevens alle andere haare Dienaaren op een Voet te setten, dat het bewandelen van bijpaaden niet behoefde te geschieden, dog het gaat deselve thans soo voordelig niet, dat ligt tot dit mijn project sal oovergaan. In gemelde geval soude men wijselijk doen ijmand te benoemen, wiens sugt tot sijn Geboorte Land hem aansetten soude de Reputatie sijner voorouders hier te lande staande te houden, en te vermeerderen door een Gedrag, bequaam de geneegentheid der Inwoonders te winnen. Doch daar ik maar een sulk een voorwerp weet,Ga naar voetnoot20. die denkelijk de Aangenaamheeden des leevens, welke thans geniet, niet zal willen verlaaten, om na hier of elders oover te gaan, | |
[pagina 122]
| |
reeken ik dit meede onder de Chimeriques Idees die mij thans meer dan ooijt besielen: sapienti sat dictum. Ik zend thans de Caart, door Leiste gemaakt,Ga naar voetnoot21. oover, dog meest raakende de Cust en de strekking van deselve, beginnende bij de St. Helena Baaij, tot voorbij de Baaij de La Goa, ofte Swartskops Riviers Baaij, hebbende alle particuliere Baaijen in groot bestek er bij gevoegd, en als men die nu in Holland suppleerd uit de Zeeboeken, soo eijgene als vreemde, sullen onse Zeelieden een goede Zeekaart kunnen meede krijgen, werdende deese geapprobeerd bij diversche soo fransche als Hollandsche Schippers, die meermalen de Cust langs gevaaren sijn, en aan wie deselve hebbe laaten sien. - - - |
|